Het bleek, dat de nonius voor het aflezen op de foto, zeer
goed voldeed.
Te Berg en Dal werd een polygoon van 2500 m direct gemeten
met meetband en latten en optisch met behulp van de verbeterde
noniusbaak op het terrein afgelezen en ook gefotografeerd. Het
fotografeeren was toen nog in beginstadium van proefneming. Aan
de lengten was de correctie voor overgang van geodetische lijn
tot koorde in de kaart aangebracht.
We noemen nu slechts de sluitfouten in x en y:
met meetband 18 en -j- 58,
gefotografeerde aflezing 13 en -j- 37,
terreinaflezingen 10 en -j- 18.
Op dit gebied liggen de verbeteringen, die nog kunnen worden
aangebracht, voor het grijpen. Het zou niet weinig kunnen bij
dragen tot vereenvoudiging, misschien tot verbetering van ons werk.
We hebben een tamelijk langen tijd stil gestaan bij optisch
lengtemeten. Ik veronderstel, dat naar voren is gekomen, dat de
optische meting kan wedijveren met een goede bandmeting. Het
voordeel is dan, dat overal en onafhankelijk van het terrein, deze
goede resultaten kunnen verkregen worden.
Voor het meten van den technischen grondslag in vele terreinen
zal de optische methode aangewezen zijn, soms zelfs vereischt,
b.v. overal waar in de toekomst grootere nauwkeurigheid nood
zakelijk zal zijn, dan thans door bandmeting is te verkrijgen, zoo
bij aanleg van nieuwe wegen, spoorwegen, kanalen, bij ruilver
kavelingen, stadsuitbreidingen, te allen tijde in heuvelland. Zoo
ook waar de polygonen lang worden, doordat driehoekspunten
moeilijk te verkrijgen zijn.
Als we de besproken baakverdeelingen vergelijken, komen we
tot de conclusie, dat met denzelfden kijker, met de Dieperink-baak
en de verbeterde nonius-baak vrijwel dezelfde nauwkeurigheid wordt
bereikt. Dit was niet te verwachten. De Dieperink-baak vereischt,
om geheel tot haar recht te komen, een kijker, die op alle af
standen een voldoend groot en vlijmscherp beeld geeft. Indien de
beelden iets vervagen, kan men beter langs een nonius aflezen
dan binnen een millimeterveld. Met denzelfden kijker is de ver
beterde nonius-baak op grootere afstanden te gebruiken dan de
Dieperink-baak. Vóór de nonius-baak pleit verder, dat zij minder
i52