gewenscht is. Maar dan wil ik verwijzen naar den tegenwoordigen
toestand. De een heeft een authentieke koopakte, zijn buurman
een onderhandsche en een derde heeft in het geheel geen bewijs
stuk, omdat hij het goed geërfd heeft. Daar dus de toestand van
perceel tot perceel verschilt, hoeveel te minder bezwaar, indien
voor een bepaald gebied eenzelfde bewijsstuk wordt ingevoerd.
Resumeerende kom ik tot de volgende punten
1) Torrensstelsel voor de Zuiderzee.
2) De vaste eigendomsgrens bij een kadastrale hermeting
a. als doel op zich zelf,
b. als middel,
juiste grootte van de eigendommen,
betrouwbare meetbrief,
foutloos blijvend overheidskadaster,
eerste stap naar het Torrensstelsel.
Naar mijn meening zijn dit de programpunten, die beantwoorden
aan den eisch: het behartigen van de belangen van het publiek.
Want het publiek heeft belang bij de eigendomsgrens, de grootten
van de eigendommen, de daarop rustende rechten (vooral erfdienst
baarheden) en last not least de kosten van overdracht en bezwaring.
Ook de overheid is hiermede geholpen; zij krijgt een foutloos
en foutloos blijvend eigendomskadaster.
Nu komt de vraag moet het geheele land hermeten worden
Maar dat is geen vraag, want de algemeene hermeting is een
verlaten standpunt, waarvan ik op dit oogenblik geen voorstander
meer weet.
Maar de vraag is dezeindien de overheid tot hermeting van
een bepaald gebied besluit, omdat dit voor haar zelf en voor het
publiek noodzakelijk is, hoe moet het dan gebeuren
Dit hangt natuurlijk in de eerste plaats van de omstandigheden
af, maar als de toestanden geschikt zijn voor het verkrijgen van
een eigendomskadaster, dan dient de mogelijkheid te bestaan om
dat te bereiken. Dan moet men niet gedwongen zijn om te
werken volgens de oude methode, maar dan moet het zoo gedaan
kunnen worden, dat de beste resultaten bereikt worden.
Het is te vergelijken met iemand, die een overjas gekocht heeft,
die een n° te groot is. Hij kan hem dragen, maar hij zit wat
ongemakkelijk. Moet hij de jas weggooien en een nieuwe koopen?
Het zou dwaasheid zijn. Maar als de jas versleten en een nieuwe
IÓ2