ï65
soort schiereiland aan vast en dit was de aanleiding tot een ver
gissing bij de kadastreering in 1870. Die vergissing bestond
daarin, dat het schiereiland werd aangepijld bij het fabrieksterrein.
De fout werd niet ontdekt.
Jaren later werd het fabrieksterrein verkocht en overgedragen.
De kooper B nam nu dit schiereiland in bezit zooals door het
Kadaster werd aangegeven. De buurman A kwam hier natuurlijk
tegen op. De kooper beriep zich op de „öffentliche Glaube"
van het grondboek, den regel, dat een derde, die te goeder trouw
op het grondboek afgaat, veilig is. Het grondboek nu vermeldde
den verkooper als eigenaar van het betrokken kadastrale perceel,
waarvan dit schiereiland een deel uitmaakte. De kooper werd
in het gelijk gesteld: de öffentliche Glaube strekt zich ook uit tot
de begrenzing, zooals die door het Kadaster wordt aangegeven.
A verloor den eigendom van het bedoelde schiereiland, als een
gevolg van een fout van het Kadaster.
De Landmeter Plahn betreurt deze uitspraak en wijst op de
grove onrechtvaardigheid voor den grondeigenaar A, die eigenaar
was, het ook altijd gebruikte en wien het nu ineens ontnomen
werd, door een fout, die hij niet gemaakt heeft. De kadaster
ambtenaar Rau verdedigt deze uitspraak. Aan het slot van zijn
betoog zegt hij
Was hat die Reichsgerichtsentscheidung dem Techniker gebracht?
Ich meine, dasz die Betrachtung dieser Frage manche besinnlich
machen müszte, die heute noch den Kampf gegen die Reichs
gerichtsentscheidung auf ihre Fahnen geschrieben haben. Allerdings
darf die Angelegenheit nur aus rein sachlichen Motiven heraus
beurteilt werden. Aber für die vielleicht nicht geringe Zahl von
Gegnern, bei denen selbst noch das Gefühl der Unsicherheit
herrschen mag, werden fach-politische Erwagungen doch nicht
ganz auszuscheiden haben.
Der Katasterplan ist zum Inhalt des Grundbuchs erklart worden;
seine Angaben nehmen teil am öffentlichen Glauben des Grund
buchs. Die geometrische Vermessung, ein in der Ermittlung der
Eigentumsgrenzen friiher nur maszig bewertetes Indiz, hat heute
eine ungleich höhere Bedeutung erlangt.
Es ist klar und bedarf kaum einer weiteren Begründung, dasz sich
die Stellung des Vermessungsbeamten hiedurch geandert und zum
Vorteile des ganzen Faches gehoben hat. (Z. f. V. 1921, Seite 534).
