174
helpen, en dat is momenteel naast het geven van adviezen en naast samenwerking
waar dat voorkomt, het best mogelijk door een ondersteuning. Als we ons even
indenken in de moeilijkheden, waarvoor deze jongelui staan, zullen we deze bij
drage zeker gaarne geven. Hun toekomst bepaalt mede de standing van ons vak.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Scheffer betuigt namens de Vereeniging van Civiel-Landmeters
zijn hartelijken dank voor den steun van K. en L.
i. Lezing van den heer A. Kruidhof, Landmeter van het Kadaster te Nij
megen.
Onderwerp: Dubbelbeeld-afstandsmeting met behulp van Dieperink-baak, No
niusbaak en verbeterde Noniusbaak.
Deze lezing is elders in dit Tijdschrift in haar geheel opgenomen.
De Voorzitter dankt den heer Kruidhof namens de aanwezigen voor zijn
interessante voordracht. Uit het krachtig applaus is wel duidelijk gebleken, met
welk een intense belangstelling de lezing werd aangehoord.
Hierna volgde nog een geanimeerde gedachtenwisseling over het door den heer
Kruidhof behandelde onderwerp, terwijl de tentoongestelde instrumenten en
baken met groote belangstelling werden bekeken.
j. Motie, voorgesteld door de afdeeling 's-Gravenhage, overgenomen door het
Bestuur:
De Algemeene vergadering acht het wenschelijk, dat een examen wordt inge
steld, zooals bedoeld door den heer J. G. Fortuin in zijn artikel in de eerste
aflevering 1933 van het Tijdschrift en draagt het Bestuur op, zoodanige maat
regelen te treffen, dat op een nader te bepalen tijdstip zulk een examen door de
Vereeniging voor K. en L. kan worden afgenomen.
De Voorzitter licht dit voorstel toe. Uit het artikel van den heer Fortuin
en uit de besprekingen, die het bestuur heeft gevoerd met den heer Prof. S c h e r-
m e r h o r n, is ons gebleken, dat o.a. de diensten van Rijkswaterstaat, Provincies
en Gemeenten behoefte hebben aan personeel, dat grondig en practisch op de
hoogte is van de lagere geodesie. Ook van de cultuurmaatschappijen is bekend,
dat zij vroeger personeel in die richting lieten opleiden.
Het Kadaster zelf, dat ook reeds de veldassistenten kent, zal hoe langer hoe
meer met zulk personeel in aanraking komen, zal vaak gegevens moeten over
nemen.
Momenteel bestaat feitelijk geen examen, dat goede waarborgen biedt, dat de
gediplomeerde de praktijk der lagere geodesie beheerscht en begrip van de kadas
trale meetmethode heeft, zoodat geen algemeen bruikbare krachten worden ge
vormd, maar alleen personen, die in de diensten opgroeien voor de eischen van
die diensten alleen. Ook de veldassistenten van het Kadaster krijgen geen uni
forme opleiding.
Een examen, gegrond op de praktijk zou daarin eenheid kunnen brengen en
krachten kunnen leveren, die als basis voor hun later werk een uniforme werk
wijze hebben.
Het Bestuur was voornemens, na deze algemeene vergadering het instellen van