1De ruitpuntenmal.
Het kaarteeren van de ruitpunten is een voor elk plan telkens op
dezelfde wijze terugkeerende mechanische bewerking. Het ligt daar
om voor de hand, dit werk niet met een coördinatograaf, maar auto-
matischer en vlugger met behulp van een mal te doen, aangenomen,
dat deze handelwijze voldoend nauwkeurig geprikte ruitpunten op
levert. Haag-Streit heeft de vroeger vaak gebruikte, maar in ver
getelheid geraakte „ruitennetplaten" weer in eer hersteld. Zijn ruit-
puntenmallen vertoonen echter nieuwigheden, die de nadeelen van
vroegere uitvoeringen vermijden en een zelfs aan hooge eischen
voldoend nauwkeurig kaarteeren verzekeren. De boringen in de
messingplaat zijn niet meer naaldfijn, maar hebben een middellijn
van 3 mm en zijn met een nauwkeurigheid in de ligging van 1/20 mm
aangebracht. De punten worden geprikt met een handig piquoir,
dat precies in de boringen past en dus een centrisch punteeren ga
randeert en bovendien gedoogt, de diepte van den prik te varieeren.
De mallen worden normaliter gemaakt in de afmetingen
70 X 100 cm minuutgrondboekplan) en 40 X 50 cm (minuutover-
zichtsplan der grondboekmeting) met netten van 10, resp. 5 cm af
stand tusschen de ruitpunten. Ze wegen 7,0, resp. 2,3 kg.
De Eidg. Landestopographie heeft in April 1933 drie dergelijke
186
Fig. 1.