van de grootte van <p af, of men dan ook de exacte waarde dichter benadert. Met behulp van een teekening is dat gemakkelijk in te zien. A Q Q' B P' P e sin m De exacte waarde uit tg d zij A, de benadering q e cos cp e sin cp uit d p ZIJ B. q e cos 99 1 Wordt de waarde uit (16) nu voorgesteld door P, dan zal toepassing van (17) een waarde P' leveren dichter bij B en ook dichter bij de waarde A. Moet d uit (16) echter worden voor gesteld door Q, dan zal bepaling van d uit (17) een waarde Q' leveren eveneens dichter bij B, doch verder van de exacte waarde A. Batavia. R. ROEEOFS. (Slot volgt.) Mathematische Problemen. Van het probleem n°. 9 ontvingen wij oplossingen van de Heeren S. de Grebber, K. Doekes en D. J. Luiten. Alle inzenders gingen uit van de betrekking: O r (2 R sin A -f- r cot A), (1) waarin r en R de stralen zijn van in- en omgeschreven cirkel van den driehoek en A een hoek daarvan. De uitdrukking i) is gemakkelijk te bewijzen, immers men heeft: b a r cot A en a 2 R sin A. In (1) is A de eenige onafhankelijk veranderlijke. De gevraagde extreme waarden van O kunnen worden ge leverd voor die waarden van A waarvoor: d O r2 r 2 r R cos A o. d A 2 sin2 2 A 8 JI I IL 2 r. 1 a 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 22