19 Vervangt men in dit resultaat 2 sin2—A door 1 cos A, dan volgt hieruit de volgende vierkantsvergelijking in cosA: 2 R cos2 A 2 R cos A -f r o. Voor cos A wordt derhalve gevonden: cos A R |/R2 - 2 Rr 2 R Tot zoover loopen de inzendingen van de oplossers parallel. Alleen S. de Grebber onderzoekt, of inderdaad een extreme waarde aanwezig is, en of men met een maximum of minimum te doen heeft. Op het verdere verloop van de oplossing willen we nog niet ingaan. Liever verzoeken wij de lezers van deze rubriek, hierop hun krachten nog eens te beproeven. Aan de hand van een paar meetkundige eigenschappen van de figuur, kunnen de verdere beschouwingen zeer worden vergemakkelijkt. De beide bedoelde eigenschappen zijn uitgesproken in de volgende vraagstukken: ie. Toon de bekende eigenschap aan, dat voor den afstand p van de middelpunten van in- en omgeschreven cirkel van een driehoek geldt: p2 R2 2 r R. Met heel weinig cijferen kan deze stelling langs zuiver meet- kundigen weg worden aangetoond. Het is echter niet gemak kelijk deze te vinden. 2e. Als: cos A (P2 R2 bereken dan de hoeken B en C. 2 r R), Probleem N°. In nevenstaande figuur zijn gegeven de hoeken fi< f2' ¥1 en ¥2verder de afstand AB c. zen Men vraagt te bewij- n dat: cot ot cot cp2 cot 1T1 cot <pi cot ¥2 cot cp2 cot ¥2 cot <p\ -j- cot ¥1 10.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 23