I
W. 12447. Rechtbank Middelburg. Strijd over begrenzing van aanwassen.
Partijen hadden een kadastrale kaart van het bewuste perceel in het geding ge
bracht en erkenden beide de juistheid ervan. Verder kende de Rechtbank tenslotte
bewijskracht toe aan de „Veldboeken" uit 1803 en 1813, als zijnde „semi-officieele
bescheiden" volgens welke de dijkplicht werd geregeld.
Onder deze qualificatie zal men zeker de kadastrale leggers naar onze meening
kunnen brengen.
W. 12453. Hooge Raad in cassatie op een uitspraak van den Raad van
Beroep te Zutphen.
Een gemeente beweerde, dat een weg openbaar was, omdat hij in den kadastralen
legger op haar naam stond en voor het publiek was opengesteld. De Raad van
Beroep besliste, dat dit eigendomsrecht der Gemeente niet was gebleken; dat de
boeking in den legger daarvoor onvoldoende was, te meer waar vaststond, dat die
boeking niet op een titel berustte en waarschijnlijk slechts een gevolg was van
het feit, dat de weg ongenummerd was.
W. 12462 en N. 1932/559. De Kantonrechter te Rotterdam was
van meening dat iemand geen rechten behoefde te betalen, omdat hem geen inzage
was verleend. „Inzage verleenen beteekent gelegenheid geven om in te zien en
men geeft een ander niet de gelegenheid om in te zien, wanneer men te zijnen
behoeve zelf inziet".
De opposant wilde ook van den landmeter bepaalde gegevens op een geteekende
verklaring, en kreeg ten antwoord, dat die niet gegeven mochten worden. De
landmeter had wel de stukken ingezien, alvorens die verklaring af te leggen, nu
opposant niet de gevraagde gegevens kreeg, behoefde hij geen recht te betalen.
Niet beslist werd de eveneens opgeworpen vraag of de veldaanteekeningen een
onderdeel van het plan vormen en dus voor „inzage" vatbaar. Wij zouden die
vraag bevestigend willen beantwoorden. Vooral door de districtslandmeters in de
steden zijn ten kantore tallooze geschillen op eenvoudige wijze te beslechten, die
anders een bron van burenruzie zouden blijven, omdat de kosten van een grens-
aanwijzing te hoog zijn. De regeling der betaling dezer „inzagen" kon o.i. ruimer
gemaakt worden, b.v. minimum f 1.en voor elk kwartier onderzoek een nieuwe
inzage a f 1.erbij, waarbij den vrager dan terstond een quitantie voor het bedrag
kon worden verstrekt. Een schets met cijfers alleen af te geven na een grensaan-
wijzing, dus na een terreinsonderzoek.
In W. P. N. R. 3272 behandelt Mr. Best de aansprakelijkheid der amb
tenaren bij hun inlichtingen aan het publiek, een artikel dat past in dit verband
en dat we onzen lezers kunnen aanbevelen.
W. P. N. R. 3255, 3275 en 3283. Eenige Hypotheekbewaarders en
oud-Hypotheekbewaarders behandelen de urgentie van een vernieuwing der hypo
thecaire inschrijvingen. Bekend is dat ter zake aan het Departement reeds sinds
eenigen tijd wordt overwogen hoe men deze kwestie zal oplossen, als in 1878 een
generale vernieuwing of in gedeelten.