22 In n° 3255 begint de oud-Bewaarder Dingemans met in een zeer humoristisch getint stukje de bestaande bezwaren te belichten. Daarop antwoorden in n° 3275 de Bewaarders Kleyn en Hollestelle. De eerste bepleit algeheele vernieuwing en wetswijziging om o.a. in te voeren het Fransche stelsel van periodieke vernieuwing. Hierop vervolgt hij in n° 3283 met brieven van Bewaarders te Parijs en Brussel, die sterk geporteerd zijn voor perio dieke vernieuwing, en fulmineert verder tegen den „kanker" van de hypothecaire boekhouding, het bezwaren van gedeeltelijke kadastrale nummers. In n° 3283 komt ook Bewaarder Best aan het woord. Eigenaardig is dat beide oud-Landmeters-Bewaarders, Hollestelle en Best, het standpunt innemen, dat vernieuwing niet noodzakelijk is, omdat langs administratieven weg verbetering is te bereiken. Het is ongerijmd om ter wille van de niet zoo talrijke nog openstaande hypotheken, die door aflossing der schuld, geen materieele beteekenis meer hebben, en die meestal uit lakschheid niet worden geroyeerd, alle valide hypotheekhouders te dwingen opnieuw inschrijving te nemen, met nog de kans, dat iemand het vergeet en zoo rechten verliest. Behoudt men den tegenwoordigen administratie- vorm, dat het borderel moet worden afgeschreven, dan moet hetzelfde werk ver richt worden, als wanneer men ten kantore alle openstaande hypotheken in nieuwe registers overbracht en de oude op den zolder zette. Hollestelle wil verder wetswijziging om den duur der inschrijvingen te be perken tot b.v. 25 jaar, die met een eenvoudige verklaring aan den Bewaarder verlengd moet kunnen worden. Best wil op voetspoor der Staatscommissie 1906 op eenvoudige wijze royement verkrijgen van reeds vervallen hypotheken. Verder bestrijdt hij de gewoonte van het bezwaren van gedeeltelijke nummers en wil dit verbieden, door voorafgaande opmeting voor te schrijven. Hij oppert hierbij het denkbeeld om een kopie van het veldwerk aan de acte te hechten en te laten overschrijven, zoodat de nieuwe grenzen meteen worden beschermd door de waarde van de authentieke acte. Ter bespoediging van de meting wil hij P. W. rechtstreeks aan den Landmeter laten aanvragen, die ook terstond de stukken zou moeten kunnen afgeven. Ook bepleit hij een billijker kosten verdeeling, omdat de Staat voordeel van de meting heeft, die anders ambtshalve zou moeten geschieden en omdat bij zoo'n regeling kostbare vernieuwing overbodig wordt. Over hypotheek op gedeeltelijke perceelen vindt men verder in W. P. N. R. n° 3276 een rechtsvraag en in nos 3280 en 3282 een paar artikelen naar aan leiding hiervan, waarin ook het kostenmotief weer optreedt. We willen eindigen met uit W. 12494 te citeeren een overweging van de Rechtbank te Rotterdam van 29 Februari 1932 in een geschil over het dempen van een sloot. „O. dat eischer nog vordert, dat de afscheiding geplaatst zal worden op de kadas trale grens tusschen beide erven, en hij ook in dit onderdeel van zijn vordering ontvankelijk is, omdat vaststaat, dat partijen ieder hun erven gekocht hebben volgens kadastrale gegevens, zoodat deze beslissend zijn," enz. (Zie dit Tijdschrift jg. 1932, bladz. 16, 4e alinea.) December 1932. J.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 26