"D(« d)_q e
3&
e sin cp e e2
d bg tg-p sin 03 p sin 2 cp
q e cos cp qr 2q2 r
3~3-Psinl
Volstaat men met twee termen en stelt men voor sin 2 95 in
de plaats 2 sin 95 cos 93, dan krijgt men:
e e2 e cos 90
d p sin cp Ap sin cp cos cp d 1 h
q q2 q
Hierin herkent men formule (18).
De fout zal in eerste instantie gelijk zijn aan den verwaarloosden
derden term:
18,7 3~q"3p sm 3 v'
een resultaat, volkomen overeenstemmende met de vroeger af
geleide waarde (180).
Ais7 zal maximaal -.p zijn en deze uiterste waarde zal
3 q3
<o",5 zijn, m.a.w. men zal den overgang steeds met een nauw
keurigheid van 1" vinden bij toepassing van (18), wanneer 52.
14-
Verwaarloost men van de in de vorige paragraaf genoemde
reeks de tweede en volgende termen, dan ontstaat de benaderings
formule:
e sin cp
d (,9).
Deze uitdrukking kan ook worden afgeleid door benaderingen
aan te brengen in den tangensregel.
Volgens dezen regel heeft men:
'g 7 d) 9 6
of, omdat - (x d) 90° cp en - (x d) 90° (- cp d):
a e3
03