W n 1 45 7 en 8). In 7 werd aangetoond, dat de logarithme van den «herleiden afstand», log (q e cos 99), kan worden uitgedrukt in een reeks: 1 e cos® e2 cos2 99 log (q e cos 99) log qMM q 2 q2 e3 cos3 99 en cos" 09 M M 3 q3 n qn Volstaat men met n herleidingstermen (dus n lengtecorrecties), dan zal de fout in log (q e cos 99) in eerste instantie gelijk zijn aan den (n -f- i)en term: 4- - 7- M dus de fout in 1 /e\" I cosn J w log tg d Aiog tg a j—A-M, \q/ n I terwijl de onnauwkeurigheid in d dan zal zijn: (verg. 8) 1 9 e sin 99 /e\n 2 sin m cos" 199 Ad" =x4'^-A'°^=-(q) P- n+1 (24) Deze functie is maximaal als: cos" 299 (n-f- 1)sin299cos" 99=(n-f-2)cosn 2 99 (n-f i)cos" cp=o. Hieruit lost men op: coscp o en cos29?z=^-i-i.; dus cos" 19o=\/r en s\ncp=\/^ n-f-2 T V (n-f2)" I Y V n 2 Substitutie van deze waarden in (24) geeft: 1 e\n 2 1 1 y(n -(- 11 Adn (max. 1 V (n -I- 2)" 2 e\" 2 R (25) Ter controle kenne men aan n successievelijk de waarden 0,1 en 2 toe; men vindt dan: Ado (max.) - I--1 ,p Ais,7 (max.); zie 10). Aa, (max.) I p I/3 Ai2,7 (max.); §7). Ad2 (max.) - -L m4 ,p\/ 3 Al37 (max.)8). Voor de methode der hoekcorrecties kan Adn als volgt worden afgeleid. g\ n 1 QOSn 1 W 1 i g\

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 49