De betrekking tusschen Adp en Adp_I (waarin p een willekeurig correctie-rangnummer is) zal steeds dezelfde zijn. De betrekking tusschen Aa( en Ad0 is: (zie 17) A\ q cos V dus: Ad2 cos V cos <pj Ado Adn +q cos cp Adn_t -cos 99j Ad(. Substitueert men hierin Aa P sin 99 cos 99, dan krijgt men: Aan j p sin 99cos11 1 cp. (26) Direct blijkt dus: A)jn (n -f 1) Aan, m. a. w. de reeks van fouten in den overgang, resteerend na i, 2, 3....n lengtecorrecties, is sterker convergent, dan de reeks van fouten na 1, 2, 3n hoekcorrecties. Er dient evenwel nog te worden opgemerkt, dat bovenafgeleide uitdrukkingen voor Adn en Aan een zuiver beeld van de fout geven voor een slechts beperkte waarde van n, daar anders de bij de afleiding van deze uitdrukkingen gebruikte benaderingen niet altijd meer geoorloofd zijn. Op analoge wijze als is gedaan voor A^n (max.) vindt men: Aao (max.) - I-j .p A]57(max.); zie 10). Aa (max.) pV3 A22>7(max.); 17). a52 (max.) - (q) P ^3 A23,7 (max.); 18). Wenscht men den overgang met een nauwkeurigheid van 1", 46 h ,6 A h n a h h 0 h I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 50