5°
2. Tijdschriften 1933.
Opgenomen zijn verder beschouwingen over planchet, boussole, afstandsmeting
zonder baak en globale metingen.
Geheel nieuw is het hoofdstuk over Fotogrammetrie. Wij meenen dat dit een
bijzonder goede behandeling is van deze nieuwe meetmethode. Gestreefd is naar
een zoo volledig mogelijke behandeling van de meetmethoden en hulpmiddelen der
fotogrammetrie. Weggelaten is alles, wat betrekking heeft op de optiek en de
techniek van het fotografeeren. In wezen bevat dus dit hoofdstuk in een kort
bestek alles wat van deze wetenschap in eerste instantie voor den landmeter be
langrijk is.
In het hoofdstuk over het voorbereidend werk bij spoorwegaanleg, enz. is een
groote aanvulling gebracht voor wat betreft nieuwe vormen van de overgangs-
krommen. In het aanhangsel komen verschillende tafels voor (33 bladzijden).
Het geheele werk bekoort door groote soberheid en duidelijkheid. De betoogen
zijn kernachtig en steeds wordt ingegaan op de principieele moeilijkheden der stof.
Beide halve deelen van „Jordan II" geven een volledig beeld van de praktische
landmeetkunde, dat haast tot op den dag bij is. Door uitgebreide verwijzing naar
de literatuur, is het middel gegeven, om door aanvullende studies dieper op een
zaak in te gaan.
De uitvoering is uitstekend, zoodat wij onzen lezers met warmte het aanschaffen,
ook van dit deel, kunnen aanbevelen. T.
Allgemeine Vermessungs-Nachrichten.
Nrn. 13. Vervolg en slot van de in den vorigen jaargang aangevangen
dissertatie (voor het privaatdocentschap) van Dr. K. Herrmann, getiteld: Genauig-
keit der polygonometrischen Punktbestimmung mit Berücksichtigung der Polarmethode.
Nr. 5. Dr. Sarnetzky: Die Koordinatenbestimmung der Passpunkte.
Nr. 7. Meyer-Schellenberg: Der neue Lotstabentfernungsmesser von Zeiss.
Ammermann: Vier Aufgaben über Hausplatze. (Betreffen grootte en ligging
van een gebouw op een perceel. Drie der opgaven worden m.b.v. differentiaal
rekening en de vierde grafisch opgelost).
Nr. 8. Dr. Kerl: Ueber die Ansermetsche Lösung der Aufgabe des Snellius.
Wij citeeren:
,,,,lm Jahre 1912 veröffentlichte der Schweizer Ansermet in einer Abhandlung
„Le Problème de Snellius" eine neue interessante Lösung der Aufgabe des
Rückwartseinschneidens nach drei Festpunkten. 1926 brachte der hollandische
Geometer Tienstra in der „Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde" einen
einfachen und eleganten Beweis der Ansermetschen Lösung, mit der sich bald
darauf auch der Chef der trigonometrischen Abteilung der Landesvermessung des
Kaplandes, Van der Sterr, in dem Aufsatze Machine calculation method for
resections" in „The South African Survey Journal", Cape Town 1926, beschaf-
tigte. Prof. Dr. Dolezal berichtete im Heft Nr. 6 des Jahrgangs 1928 der „Oester-
reichischen Zeitschrift fiir Vermessungswesen" über den Tienstraschen Beweis.
In der 2. Auflage seiner „Vermessungskunde" führt ihn Prof. Dr. Nabauer in
recht übersichtlicher Weise vor"".