56
Probleem 2.
A verkoopt aan B een gedeelte West van de n°s 1241, 1242
en 1243 en aan C (die dit stuk weer aan D overdraagt) een ge
deelte Oost ter diepte van ongeveer 60 m van de n°s 1241 en
1242. Bij de opmeting blijkt, dat B kocht de nos 1241 en 1242
West, en C (D) de n°s 1241 en 1242 Oost, beide stukken diep
ongeveer 70 m, terwijl A zijn geheele eigendom ter plaatse heeft
verkocht. De bezitstoestand en de eigenaren volgens den kada-
stralen legger blijken uit het kaartje. Het nummer 1295 is ont-