64 worden. In kolom 2 worden de producten ingevuld, in kolom 4 de azimuthsommen. De bepaling van deze grootheden geschiedt in stelsel II. Aangezien de getallen in kolom 2 van dezelfde grootteorde moeten zijn als die in kolom 3, is het voldoende van deze producten in het algemeen vier cijfers te kennen. De af standen kunnen dus aan een kaart van stelsel II ontleend worden. Bij de aansluiting van Duitsche punten, waar het derde punt in de door den Heer van Riel aangesloten driehoeken wel eens meer dan 10 m afweek, moesten deze afstanden nauwkeuriger bepaald worden; dit is evenwel een uitzondering; in het algemeen zal de verplaatsing wel minder dan een meter blijven, dus c2 C in mm een getal van ten hoogste 3 cijfers zijn. In het staatje zijn de onderstreepte waarden bekend, de andere te berekenen. De getallen in kolom 3 zijn evenredig aan die in kolom 2, kunnen dus gevonden worden door met de rekenmachine alle Co C getallen van kolom 2 met den factor- te vermenigvuldigen; dit kan in het algemeen ook met een rekenliniaal geschieden. De getallen in kolom 5 hebben met die in kolom 4 gelijke verschillen. Bepaald wordt dus het verschil van de op den eersten regel voorkomende waarden in deze kolommen, dit verschil wordt opgeteld bij alle getallen van kolom 4, waardoor die in kolom 5 worden gevonden. De azimuths in kolom 4 kunnen eveneens aan de kaart van stelsel II worden ontleend. Dit geschiedt eenvoudig als volgt. Op het punt a wordt een gradenboog gelegd, waarop de stralen naar c, d, enz. worden afgelezen. Deze afgelezen richtingen worden genomen in plaats van de azimuths. Dat dit veroorloofd is, volgt uit de overweging, dat de richtingen ac, enz., die bepaald worden, gelijk zijn aan de azimuths ca, enz. -f- 200 graden -j- eenzelfden oriënteeringshoek. Alle azimuths worden dus met eenzelfde bedrag vermeerderd of verminderd. Maar vermeerdering of vermindering van de getallen in kolom 4 met eenzelfde getal is van geen invloed op die in kolom 5 (de verschillen blijven gelijk). Evenzoo wordt gehandeld met het tweede punt b. Voor dit doel werd een doorzichtige celluloid gradenboog gebruikt, waarvan de verdeeling aan den onderkant was aangebracht, dus op het papier rustte en geen parallax gaf. De middellijn was 20 cm. C2L C D

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 68