77
worde geëischt, en niet een aannemen van het niet bestaan van
bezwaren bij vereeniging, zonder meer. Het voorschrift worde
in zijn oorspronkelijken toestand hersteldbij het nazien der metings
stukken kan dan op het ontbreken dezer aanteekening op het
veldwerk worden gelet, zoodat het niet opvolgen van art. 77 lid
20 I. K. door den Ingenieur-Verificateur kan worden opgemerkt.
Thans is de al- of niet-naleving van genoemd, voor de hypothe
caire boekhouding belangrijk voorschrift bij het nazien der metings
stukken door den Ingenieur-Verificateur niet te constateeren. Een
preventief toezicht komt mij in deze aangelegenheid niet overbodig
voor, tot welk oordeel de praktijk mij heeft gebracht.
De bovengenoemde Resolutie van den Minister van Financiën
van 16 September 1931 n°. 12 verbiedt letterlijk de vereeniging
van perceelsgedeelten, welke met verschillende hypothecaire in
schrijvingen zijn bezwaard. Dit beginsel zal wellicht uitzondering
kunnen lijden in gevallen, waarin een onbezwaard gedeelte, waarvan
mag worden aangenomen, dat het niet in aanmerking komt als
een afzonderlijk object voor eerste hypotheek te worden verbonden,
tengevolge van stichting één perceel met een bezwaard perceel,
dat in een blijvenden toestand is gekomen, moet uitmaken.
Onder de gevallen, waarin het beginsel uitzondering lijdt, wordt
niet genoemd het geval, dat bij toepassing van het beginsel, aan
één gebouw twee of meer kadastrale nummers zullen worden
gegeven. De bezwaren voor de hypothecaire administratie wegen
zwaarder dan welke andere ook. Het voorschrift brengt de radicale
oplossing om besmetting te voorkomen, door eenvoudig elke ver
menging van hypothecaire inschrijvingen te verbieden. De voor
stelling van het terrein op de kadastrale kaart, en het belasting
object hebben daarvoor te wijken. Door den gegeven maatregel
zullen de zoogenaamde hulpkaartrecherches in de toekomst tot het
verleden gaan behooren.
Verschillend bezwaarde perceelen en perceelsgedeelten, waarvan
het eigendomsrecht in één hand is gekomen, zullen op de kaart
gescheiden moeten blijven. Het gevolg zal zijn, dat de kadastrale
kaarten méér perceelen aanwijzen dan in werkelijkheid bestaan,
zoodat een maatregel zal zijn te treffen, om de kaart weder met
de werkelijkheid te doen overeenstemmen, zoodra de verschillende
hypothecaire inschrijvingen zijn doorgehaald, waardoor de lijnen,