84 heden van dien aard zijn, dat een andere beslissing gewenscht is. Voorbeeld B. Perceel n° 500 (fig. VI), eigenaar A, is onbe zwaard; perceel n" 501, eigenaar B, is bezwaard met hypotheek. A verkoopt aan B een strookje a, dat op zich zelf geen beteekenis heeft als onderpand voor een geldleening, terwijl de bestaande terreinsafscheiding verplaatst wordt naar de nieuwe grens. Wordt dit toegepast zooals in fig. VII voorgesteld, dan levert dit voor het publiek geen enkel bezwaar op. Moet op het on roerend goed van B een 2e hypotheek worden gevestigd, dan kan in akte en borderel het geheele n° 530 vermeld worden, omdat het geen zin heeft het strookje a er buiten te houden. Ook de administratieve bezwaren zijn zeer gering. Wordt van het perceel n° 530 een gedeelte b verkocht, dan wordt dit bijna altijd uit het hypothecair verband ontslagen. Gebeurt dit in een uitzonderingsgeval eens niet, dan zal men bij een later onderzoek naar de bezwaardheid van het perceel n° 542 (fig. VIII) in het reg. 69a vinden, dat het afkomstig is van het perceel n° 530, terwijl dit ontstaan is uit de perceelen nos 500 en 501, waarvan het eene bezwaard en het andere onbezwaard is. Het reg. 69a geeft dus niet voldoende inlichtingen. Door de hulpkaart te raad plegen wordt deze moeilijkheid gemakkelijk opgelost. Werd dit achterwege gelaten, dan zouden aan het publiek onjuiste inlichtingen worden verstrekt; de hypotheekbewaarder is echter verplicht dit onderzoek in te stellen (P. W. n° 7873). In het algemeen zal dus in dergelijke gevallen vereenigd kunnen worden. Voorbeeld C. Hetzelfde geval, als in voorbeeld B behandeld, met dit verschil, dat perceel n° 500 bezwaard is en het perceel n° 501 onbezwaard (fig. VI). In de practijk zal in den regel de op het strookje a rustende inschrijving doorgehaald worden. Is dit nog niet geschiedt op het tijdstip van de kadastrale toepassing, dan verdient het aanbe veling inlichtingen in te winnen bij den betrokken notaris. Blijkt, dat doorhaling zal volgen, dan kan natuurlijk vereenigd worden. Wordt niet geroyeerd en het strookje toch met perceel n° 501 vereenigd, dan zal bij de vestiging van hypotheek op het on roerend goed van B in akte en borderel het geheele n° 530 genoemd kunnen worden. (Het is dan niet meer mogelijk om op

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1933 | | pagina 88