LANDMEETKUNDE. Over den invloed van de fouten in de gegeven punten op het gewicht van de richtingen bij de puntsbepaling. 1. Inleiding. Het is in de practijk gebruikelijk, bij de puntsbepaling de ge geven punten foutloos te onderstellen. Dit leidt meestal tot be vredigende resultaten. In dit artikel willen we de juistheid van deze werkwijze onderzoeken en nagaan hoe men te werk moet gaan om bij de vereffening met de fouten in de gegeven punten rekening te houden. Voor de practische uitvoering van een berekening van een punt uit achterwaartsche richtingen met gewichten, zie het artikel van N. D. Haasbroek, dit tijdschrift, jrg. 1933, blz. 102. 2. Achterwaartsche richtingenhet stellen der opgave. Zooals bekend is, geeft een gemeten richting oei, naar het be kende punt Ai met coördinaten Xi en Yi, aanleiding tot de correctie vergelijking ai bi vi fi vi. (1) Van deze vergelijkingen zijn er n (n 3) aanwezig. De be- teekenis van de verschillende in deze vergelijkingen optredende grootheden is: correctie aan de abscis van het punt (X X' vj ordinaat (Y Y' vi) oriënteering (Z Z' cos (pi ai pcc bi pcc waarinpcc 636620 M. Tienstra, lector aan den Landmeterscursus, verbonden aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen. r Si u._i_ CC Sin w' Si

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 101