105 A Aan de hand van figuur 2 volgt dus nu, dat m^.' de hoek in cen tesimale seconden is, waaronder in P' (het „voorloopige punt") de lijn A; Q wordt gezien. -P' 4. Bespreking van de resultaten. Met het bovenstaande is de mid delbare fout in f; berekend en het gewicht van de betrokken correctie- Wordt met deze gewichten de vereffening uitgevoerd, dan is er dus rekening gehouden met de nauwkeurigheid van de gegeven punten. Met betrekking tot deze theorie is het een bezwaar, dat in den regel niet van de gegeven punten de gegevens bestaan, die noodig zijn om de m. f. in f; te berekenen. In de meeste gevallen zal het echter voldoende zijn, voor de gegeven punten een cirkel vormige foutenkromme aan te nemen, waarvan men den straal zoo goed mogelijk tracht te schatten. Bij de punten van de graadmeting in ons land, zou men b.v. hiervoor 2 a 3 cm kunnen nemen, vooropgesteld dan, dat de gebruikte punten niet een weinig gestoord zijn, waardoor zij wel niet onbruikbaar behoeven te worden om er nieuwe punten uit te bepalen, maar waarom dan wel de bovengemelde taxatie van de nauwkeurigheid niet juist is. Laten we, om na te gaan tot welke resultaten de theorie ons voert, onderstellen een richting te hebben naar een punt Ai, waarvoor de straal van den foutencirkel geschat is op 3 cm. Laat de afstand tot dit punt zijn 1 km en de middelbare fout in de richtingsmeting 5CC. We hebben dan: 636620 100000 mi 19,6CC Ligt een ander punt op 2 km, dan is bij overigens gelijke ge gevens als in het eerste geval: Fig. 2. vergelijking is dus: 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 105