108
Volgens hetgeen in 3 is uiteengezet, is dus hier:
V Q m|
4b xb B
het kwadraat van den hoek, waaronder men de halve middellijn,
loodrecht op de richting AB van de foutenkromme van B, in A
ziet. We willen hiervoor schrijven m| (J_ cpAB) in A.
Is verder de middelbare fout in de richtingsmeting in het punt
A, m, dan kunnen we schrijven
m'=2m2
De eerste term in mp geeft eenige bijzondere moeilijkheden.
Wij brengen den lezer in herinnering, dat de grootheden a en b
kunnen worden beschouwd als coördinaten van punten, die door
inversie met zekere macht uit de gegeven punten ontstaan.
Op de verbindings
lijn AP' construeeren
we een punt P zoo
danig, dat voor de
afstanden van P en P'
tot A geldt:
AP' X AP'
Uit P' komt men
dan tot P door den
voerstraal AP in ne
gatieven zin over 100s
te draaien. Uit B leidt
men op dezelfde manier
B af door:
AB X AB pcc
en verder door draaiing van den voerstraal AB over 100s. De
coördinaten van B* en P* zijn dan gelijk aan: aAB. bAB enaAP„
De oorsprong van dit coördinatenstelsel ligt in A en de
assen zijn gelijkgericht als die van het stelsel der kaart X, Y.
De in (16) optredende verschillen
b,
kunnen dus nu worden opgevat als de coördinaatverschillen van
de punten B* en P
rig. 3.
AP'1
*AP
aAB en kAP
-"AB