116
den fouteninvloed van het punt B. Ze zijn dus niet meer onder
ling onafhankelijk. We hebben in zoo n geval te maken met een
vereffeningsvraagstuk, waarbij de waarnemingen afhankelijk zijn.
Beschouwt men de waarnemingen als onafhankelijk, dan past men
eigenlijk een benaderingsmethode toe, waarvan men de mate der
benadering dient te onderzoeken. Het is waarschijnlijk, dat de
mate van afhankelijkheid der waarnemingen in onze gevallen,
indien aanwezig, niet zeer groot zal zijn. Wij zullen op deze
kwestie hier niet nader ingaan. Het is echter een interessant
punt van onderzoek, waarop wij te gelegener tijd hopen terug
te komen.
Literatuuroverzicht.
1. Boekbesprekingen.
Ing. K. Konctschny. Einrichtung der Instrumente für die optische
Langenmessung und für das tachymetrische Messverfahren. 92 blz.,
15 X 23 cm, 86 afb. Verlag Rudolf M. Rohrer, Brünn-Prag-Leipzig-
Wien. 1933. RM. 4—
Voor hen, die een studie willen maken van de optische lengtemeting, is dit
boekje geschreven. Het bevat eenige theorie over de optiek in het algemeen en
over prisma's in het bijzonder. Daarna worden vele tachymetrische instrumenten
beschreven. Zij worden ingedeeld in twee groepen, die der winkelführende en
die der basisführende konstruktionen. De eerste groep omvat de instrumenten
met twee vizierlijnen. De beenen van den op deze wijze gevormden hoek, snijden
van een verdeelde baak, een met den afstand evenredig stuk af (instrumenten
met vasten hoek) of de hoek wordt telkens zooveel veranderd, dat voor verschil
lende afstanden steeds hetzelfde stuk van een baak wordt afgesneden; de te
meten afstand is dan af te leiden uit het verband tusschen tophoek en basis (in
strumenten met veranderlijken hoek).
De groep wordt onderverdeeld in: Einbild-, Doppelbild- en Dreibildentfernungs-
messer. Bij de Einbildentfernungsmesser wordt de hoek verkregen door draden in
het vlak van het diafragma. Deze dradenafstandsmeters worden zeer uitgebreid
behandeld, waarschijnlijk omdat volgens schrijver dit de meest gebruikte instru
menten zijn.
Het vraagstuk der zelfreductie wordt degelijk besproken. Men komt onder den
indruk van de vindingrijkheid, waarmede verschillende constructeurs dit belang
rijke probleem hebben opgelost. Minder uitgebreid worden de zelfleesbaken be
handeld.
De Doppelbildentfernungsmesser brengen den optischen hoek voort door middel
van één of meer prisma's, al of niet gecombineerd met planparallelle glasplaten.
Onder dezen titel worden beschreven de instrumenten van Aregger, Fennel,