118 De schrijver wijst op het gemis van een levend verband tusschen gebruikers en vervaardigers van de officieele kaartwerken. In het onderwijs nemen deze kaarten hoegenaamd geen plaats in, noch op de middelbare scholen, noch op de universi teiten of de hoogescholen. Nergens worden naast de schoolatlassen gebruikt bv. de chromo-topografische kaarten, de topografische en militaire kaarten, de geolo gische kaarten, de Waterstaatskaart, de rivierenkaart, de hydrografische kaart; misschien worden ze zelfs nooit genoemd. Evenmin beteekenen ze iets in het dagelijksch leven, waar A.N.W.B.-kaarten, Sleeswijk-kaartjes e.d. blijkbaar in de behoeften voorzien. De ervaring leert, dat men zelfs in de kringen der technici en bij diverse ad ministratieve lichamen soms ontstellend slecht op de hoogte is van het bestaan van een of meer der officieele kaartwerken. En zij, die voor hun arbeid bedoelde kaartwerken gebruiken, kunnen meestal den kaartinhoud kwalijk op zijn waarde schatten. „Veel neiging tot eigen opmetingen en tot wantrouwen van metingen van andere diensten spruit voort uit het gebrek aan inzicht in de waarde der beschikbare kaarten van andere diensten. De kadastrale kaarten bv. hebben in oris land geen gunstige reputatie uit kartografisch oogpunt. Dit is voor een groot gedeelte terecht. Doch soms hoor ik van ingenieurszijde uitspraken over kadastrale metingen van recenten datum, die alleen getuigenis afleggen van het gebrek aan inzicht in de werkwijze van het kadaster, zooals die in de laatste jaren wordt toegepast. -Maar al te vaak wordt een oordeel geveld op feiten, die reeds lang tot het verleden behooren." Dat het zoover is gekomen, moet o.a. daaraan geweten worden, dat de ver vaardigers van de kaarten in het algemeen min of meer in het donker hebben ge werkt. Hoe steken hierbij de toestanden in Duitschland af, waar, in de buiten gewoon goed verzorgde „Mitteilungen des Reichsamts für Landesaufnahme" de gebruikers der kaarten ingelicht worden over historie, opbouw en kwaliteit der kaarten, terwijl bovendien ook de wetenschappelijke kartograaf of geodeet op de hoogte gehouden wordt van de nieuwste vorderingen der techniek in het bedrijf! Evenwel acht Prof. Schermerhorn een kopie van dit orgaan voor ons land ongewenscht; wij beschikken reeds over periodieken, die voor publicatie der mededeelingen van officieele kaarteeringsdiensten geschikt zijn; bovendien blijven de jaarverslagen van de kartografische diensten van groote beteekenis. vierder wordt opgemerkt, dat het voor enkele diensten, door gebrek aan be hoorlijk onderlegd personeel, wel wat moeilijk geweest zal zijn, mededeelingen van wetenschappelijke en technische waarde te doen. De officieele kartografie van ons land wist niet voldoende profijt te trekken van de kennis der aan onze universiteiten opgeleide personen. Gelukkig komt hierin verandering: de Topo grafische Dienst heeft thans een aantal der ondergeschikte plaatsen doen ver vullen door wetenschappelijk gevormde geodeten; aan het hoofd van den Land meetkundige Dienst van den Rijkswaterstaat is een landmeter gesteld. Men schijnt thans een weg ingeslagen te hebben, die het mogelijk maakt, dat ook de kartografische diensten in ons land onder wetenschappelijk technische leiding komen. Dit zal tot gevolg hebben: 1°. gemakkelijker overleg tusschen de diensten onderling; 2°. geen commissies van advies of dergelijke zijn noodig om op wetenschappelijk gebied aan te vullen, wat de leiding van het dienstvak zelf aan wetenschap te kort komt; 3°. gemakkelijker contact met de maatschappij,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 118