123 3. VERSLAG VAN DE RIJKSCOMMISSIE VOOR GRAADMETING EN WATERPASSING AANGAANDE HAAR WERKZAAMHEDEN OVER HET JAAR 1933. Aan dit verslag ontleenen wij het volgende. Commissie. Met ingang van 1 Augustus 1933 verkreeg het ambtshalve lid, de Hoofdingenieur-Directeur van den Waterstaat, belast met den algemeenen dienst, Ir. W. F. Stoel, eervol ontslag uit 's Rijks dienst en werd hij vervangen door Ir. J. C. Schar p. Bijhoudingsdienst der Rijksdriehoeksmeting. Van het lid K w i s t h o u t ont ving de Commissie de navolgende mededeelingen. Het personeel van den Bijhoudingsdienst bestond in het jaar 1933 uit den ingenieur J. B. de Hulster, de landmeters J. J. A. H e e z e m a n s, H. C. Hartman en A. J. H. Meertens en den rekenaar M. D. Schepper. Met ingang van 1 Mei werd het personeel uitgebreid met den landmeter van het Ka daster G. J. Bruins. Tot den aanvang der zomermetingen werden door het geheele personeel de berekeningen uitgevoerd, voortvloeiende uit de terreinmetingen 1932, waarvan de resultaten in voorloopigen vorm werden neergelegd in de Publicatie 1932. Ook werden nog berekeningen uitgevoerd ter bepaling van de poolcoördinaten der vastleggingen van secundaire punten van den 2en rang, welke in vroegere jaren gecentreerd werden. Ook in 1933 werd door Ir. de Hulster uitsluitend berekeningswerk ver richt, terwijl door de landmeters de terreinmetingen werden uitgevoerd. De 1ste meetploeg onder leiding van den landmeter Heezemans vertrok begin Juni uit Amsterdam en keerde begin October aldaar terug. Zij verrichtte metingen in het Gooi en in 's-Gravenhage met omgeving. De 2de ploeg, bestaande uit den landmeter Hartman als chef en den land meter Bruins, vertrok begin Mei uit Amsterdam en keerde einde September terug. Zij verrichtte metingen in een breede strook in het zuidelijk deel van Noord- Brabant tusschen Eindhoven en Breda. De 3de ploeg, onder leiding van den landmeter Meertens, vertrok 1 Mei uit Amsterdam en keerde 9 October aldaar terug. Deze ploeg voltooide de in 1932 aangevangen metingen te Rotterdam en omgeving en verrichtte vervolgens metingen in de Provincie Drenthe, waaraan een uitgebreide verkenning voor af ging. Door de gezamenlijke meetploegen werden de coördinaten bepaald van 132 nieuwe of gewijzigde R.D.-punten, terwijl op 102 punten centreeringswerk- zaamheden plaats hadden. Vooral in de terreinen Noord-Brabant en Drenthe werd een groot aantal punten verzekerd. Voor 37 nieuwe punten van 's-Gravenhage en omgeving kon de vereffening nog niet worden uitgevoerd en deze zal eerst kunnen geschieden na aanvulling der metingen, hetwelk in 1934 zal plaats hebben. De resultaten van den sedert de vorige Publicatie verrichten arbeid zullen worden bekend gemaakt in de in den loop van 1934 te verschijnen Publica tie 1933. De metingen en vereffeningen geven wat betreft de terreinen het Gooi, 's-Gra-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 123