130 De zes manieren, waarop men tot dit resultaat kan komen, zijn niet alle vol komen gelijkwaardig; er zijn er nl. twee, waarvan de hier behandelde er één is, die iets korter dan de vier andere zijn. De berekening van de y van S volgt nu gemakkelijk uit een evenredigheid. Men vindt 28.50. De bepaling van de oppervlakte is nu uiterst eenvoudig. Uit komst: 1258,5 ca. De bovenbedoelde zes oplossingen werden m.b.v. de ordinaten gevonden. Trekt men in plaats daarvan door de vier gegeven punten de abscissen (de lijnen even wijdig aan PQ), dan vindt men eveneens zes oplossingen. 3. (2 uur). Bereken in formulier Herm. No. 8, in ca nauwkeurig, de grootten van de perceelen Nos. 1936 a 1939 en corrigeer ze, zoo noodig, na berekening van het complex. vt '6 Aant. Men begint met als hulpberekeningen een aantal haaksche breedten en diepten uit te rekenen, met de stelling van Pythagoras en evenredigheden. Aan den oostkant van 1936 past men het omgeslagen trapezium toe. De drie kleine segmentjes bepaalt men uit de benaderingsformule pk pijl maal koorde). Voor het groote segment (bij de berekening van het complex) moet eerst de straal berekend worden (halve koorde is middelevenredig tusschen pijl en mid dellijn min pijl). Opp. segment opp. sector min opp. driehoek. Opp. sector Yl boog maal straal. Aan den zuidkant van 1938 trekt men de lijn van 24.74 naar 4.68. Men trekt af den driehoek met gemeten basis 8.08 16.22 8.14) en berekende hoogte 14.90 en telt op den rechthoekigen driehoek met gemeten basis 16.95 24.74 7.79) en gemeten hoogte 4.68. In 1939 berekent men de loodlijn, uit 4.68 neergelaten op het oostelijke gebouw en kan dan de opp. bepalen uit twee ongeveer rechthoekige driehoeken en één driehoek, waarvan basis en hoogte bekend zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 130