143
van het kadaster en waarvan deze ambtenaren de leiding en de
stuwkracht vormden, zich onwillekeurig met de behartiging hunner
belangen bezighield, heeft zij in 1913 haar Statuten hiermede in
overeenstemming gebracht.
Reeds in 1908 kwam de wenschelijkheid dezer statutenwijziging
aan de orde, doch toevoeging van een Huishoudelijk Reglement
werd toen door de vergadering voldoende geacht. In 1912 kwam
echter deze kwestie opnieuw in bespreking; een commissie werd
benoemd, bestaande uit de heeren C. H. B. de K o r v e r, H. H.
Kreeftenberg en J. D. Krijgsman, welke tot opdracht
kreeg, te onderzoeken, of het wenschelijk was de vereeniging te re-
organiseeren en zoo ja, met voorstellen te komen.
Deze commissie ontwierp met bekwamen spoed nieuwe statuten,
die na grondige bespreking in 1913 werden aangenomen. Een nieuw
huishoudelijk reglement werd in 1914 vastgesteld.
Volgens deze nieuwe statuten werd het DOEL der vereeniging
en is het tot heden:
a. het bevorderen der belangen van het kadaster en het ver
spreiden van kennis van het kadaster en de landmeetkunde;
b. het bevorderen van de belangen der landmeters van het ka
daster en der domeinen in Nederland.
Al werd dus de behartiging van ambtenaarsbelangen als doel
stelling van K. en L. tenslotte toch aanvaard en daardoor haar ka
rakter als vakvereeniging bevestigd, voorop stond en bleef staan
haar wetenschappelijke doelstelling: het streven naar verbetering
van het kadaster en het verspreiden van kennis omtrent deze in
stelling en de landmeetkunde.
Wanneer wij straks zullen nagaan, wat de vereeniging hiervoor
heeft gedaan, dan zal blijken, dat dit niet weinig is geweest!
Maar eerst dienen wij nog een oogenblik stil te staan bij de Orga
nisatie der Vereeniging.
Volgens de statuten van 1884 kon ieder, die de landmeetkunde
beoefende of bij het kadaster of een verwante instelling werkzaam
was, als lid worden toegelaten. Het bestuur bestond uit drie leden,
gekozen uit de landmeters van het kadaster. Deze laatste zinsnede
verviel bij de statutenwijziging van 1886, terwijl toen tevens werd
bepaald, dat als lid der vereeniging het bestuur ieder kon toelaten,
die wenschte mede te werken tot het doel.
Bij de statutenwijziging in 1913 werd een splitsing ingevoerd in
11