146 deel uit, dat aan een wettelijke regeling van een onderwerp van zoo veelzijdigen technischen, juridischen en administratieven) aard als het kadaster, een grondig onderzoek behoort vooraf te gaan. Besloten werd daarom, bij de Regeering aan te dringen op de instel ling van een Staatscommissie om het kadastrale vraagstuk te onder zoeken en op te lossen. In het Tijdschrift, Jaargang 1892, zette de redacteur, de heer Boer, uitvoerig uiteen, hoe naar zijn meening de opmaking en de inrichting van een eigendoms- en een belastingkadaster zou moe ten plaats vinden op de grondslagen, door de vereeniging in 1888 aangenomen en in 1891 bekrachtigd. Door het Bestuur werd in October 1892 aan den Minister van Financiën een Memorie betreffende het kadastrale vraagstuk aan geboden, waarin o.m. nog eens werd aangedrongen op de invoering van een kadasterwet, die in werking zou treden naar gelang het nieuwe kadaster ontstond. De actie van de Vereeniging zou weldra ook buiten de kadastrale kringen belangstelling trekken en steun verwerven. De vergadering der Nederlandsche Juristen-Vereeniging beant woordde in 1893 het vraagpunt: „Is het welk stelsel omtrent den eigendom van den grond men aanneme wenschelijk, dat bewijskracht om trent de grenzen der perceelen worde toegekend aan een met dat doel samengesteld kadaster?" met groote eenstemmigheid bevestigend. Ook in de beide Kamers der Staten-Generaal werden bij de be handeling der Staatsbegrooting bijna ieder jaar uitvoerige beschou wingen over dit vraagstuk gehouden. Door den Minister werd ech ter in 1898 gewezen op de groote moeilijkheden, waarop men zou stuiten bij deze niet zeer eenvoudige zaak. Dat vervolgens de Notarieele Vereeniging haar 25-jarig bestaan vierde door een wetenschappelijk debat over een kadaster met be wijskracht, is ongetwijfeld te danken aan het streven van onze Ver eeniging naar dit doel. In de Jubileumvergadering van genoemde Vereeniging, op 29 Sep tember 1900 gehouden, werden door de heeren G. vanlterson, hypotheekbewaarder te Amsterdam en C. W. G o m b a u 11, land meter van het kadaster te 's-Gravenhage, prae-adviezen over dit vraagstuk uitgebracht. 14

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 146