148
Het Bestuur bleef ijverig de beginselen, door de Vereeniging
voorgestaan, propageeren. In een nieuwe Memorie, aangeboden aan
de Ministers van Financiën, Justitie en Waterstaat, schetste het
spoedig daarna wederom de belangen, betrokken bij de Staatsin
stelling: Kadaster en Hypotheken. Gewezen werd hierin op het feit,
dat een goedwerkend hypotheekstelsel een groot volksbelang is.
Het bestaande en verouderde stelsel voldoet slechts op onbeholpen
wijze aan zijn bestemming. De verkregen rechtszekerheid is zeer ge
brekkig. De groote voordeelen van het Torrens-stelsel werden uit
eengezet en de wenschelijkheid van het bezit van een deugdelijk ka
daster betoogd. Een kadaster kan alleen dan deugdelijk zijn, als
le. bij de meting ter opmaking en bijhouding er van, de eigenaars
worden uitgenoodigd, hun grenzen aan te wijzen, casu quo vast te
stellen en 2e. als het feit, dat dergelijke delimitatie plaats had, voor
elke grens wordt bewezen, doordien het in de kadastrale beschei
den wordt geconstateerd. Ter voorkoming van misverstand moge
hier nog eens herhaald worden aldus deze memorie dat van
die delimitatie en de constateering van dat feit de bewijskracht van
het kadaster een gevolg is.
Bij de behandeling der Staatsbegrooting voor 1906 was het Mr.
M. W. F. T r e u b, die in de Tweede Kamer opnieuw op verbete
ring van het Kadaster aandrong. De Minister gaf de toezegging,
dat hij het benoemen van een Staatscommissie tot herziening der
wetten op de registratie en het kadaster in overweging zou nemen.
In de Eerste Kamer ondersteunde de heer Waterschoot van
der Gracht het pleidooi van Mr. T r e u b. Het Bestuur van
onze Vereeniging verzocht in een request aan den Minister, bij het
instellen eener Staatscommissie een afzonderlijke Commissie voor
het Kadaster te willen benoemen.
Hoewel aan dit laatste verzoek niet werd voldaan, was toch de
benoeming der Staatscommissie - 1906 (bij K.B. van 30 Juli) een
buitengewoon belangrijke gebeurtenis en het is zonder twijfel weer
mede aan de actie van onze Vereeniging te danken, dat deze Com
missie werd ingesteld. Zij kreeg de opdracht te onderzoeken, op
welke wijze de wetgeving op de registratiebelasting en op de
hypotheekrechten ware te herzien; welke veranderingen be-
hooren te worden gebracht in de wettelijke en administratieve be
palingen betreffende de eigendomsoverdracht van onroerende
goederen en schepen, de vestiging van rechten van hypotheek en
16