153
jaargangen van dit Tijdschrift bevatten weer de beste bewijzen voor
deze bewering.
Reeds in de eerste jaargangen behandelde de redacteur, de heer
I. Boer Hzn., die ook op dit terrein als pionier is opgetreden,
uitvoerig de technisch-wetenschappelijke grondslagen der vernieu
wingswerkzaamheden
De eerste algemeene vergadering in 1885 nam een motie aan,
waarin het verlangen werd uitgesproken, dat de hermetingen met
kracht zouden worden voortgezet.
In 1887 hield de heer Boer een inleiding op de jaarvergadering,
getiteld: „Het werken van het groote in het kleine als algemeene
regel in de landmeetkunde." De vergadering sprak hierna in een
motie uit:
„dat alleen een nauwkeurige kaart den grondslag kan vor
men voor een deugdelijke boekhouding op den grond,
dat blijkens officieele opgaaf de plans van reeds 261 ge
meenten deels of alle niet meer deugen voor het doel en dus
hermeten moeten worden, terwijl dat aantal steeds vermeer
dert, zoodat gaandeweg het geheele kadaster moet worden
vernieuwd."
De wenschelijkheid werd verder uitgesproken, dat spoedig zou
worden overgegaan tot de vernieuwing der secundaire driehoeks
meting.
Succes bleef hier niet uit! Op de Staatsbegrooting voor 1889
werd een bedrag uitgetrokken voor subsidie aan de Rijkscommissie
voor Graadmeting en Waterpassing ten behoeve van een nieuwe
secundaire driehoeksmeting. Dit omvangrijke werk is thans gereed
en hierdoor is een betrouwbare grondslag geschapen, waarop al
het vernieuwingswerk en voor zoover noodig ook de bijhouding van
het Kadaster in één verband wordt opgetrokken.
Dat in 1902 een „Handleiding voor de technische werkzaamheden
van kadastrale hermetingen (H.T.W.)" verscheen, samengesteld
door de hoofdambtenaren van het dienstvak, mag ongetwijfeld mede
beschouwd worden als het resultaat van de actie onzer vereeniging
tot verbetering der techniek bij vernieuwingswerkzaamheden. En
mede dank zij het aandringen van onze Vereeniging wordt momen
teel gewerkt aan de herziening van deze inmiddels reeds weer ten
deele verouderde voorschriften.
Met succes bepleitte de vereeniging in 1912 de beschikbaarstel-
21