154
ling van meer instrumenten theodolieten en planimeters voor
den kadastralen dienst.
Dat de techniek bij ons dienstvak thans op zooveel hooger peil
staat dan vóór 50 jaar, is uiteraard mede een gevolg van de ver
betering der OPLEIDING van de landmeters.
Ook voor het verkrijgen van een behoorlijke opleiding heeft onze
Vereeniging een jarenlangen strijd gevoerd en het is verheugend,
ook hier te mogen constateeren: met succes.
De regelen, die aanvankelijk golden voor deze materie, zooals zij
bij K.B. van 10 Nov. 1874 waren vastgesteld, konden een eenigs-
zins bevredigende opleiding niet waarborgen.
Reeds in 1890 kwam deze zaak in bespreking in de algemeene ver
gadering; de heer H. P. de Haan gaf hierover beschouwingen
en de vergadering besloot tot het instellen van een Commissie, om
de opleiding in studie te nemen.
Deze Commissie, bestaande uit de heeren E. Barenbroek,
H. P. de Haan en M. de Vos bracht in Augustus 1891 een
zeer uitvoerig Rapport uit, dat met tal van bijlagen is opgenomen in
het Tijdschrift van dat jaar, 5e aflevering.
Door de algemeene vergadering van 1891 werd dit rapport na
uitgebreide discussies aanvaard als richtlijn voor de door K. en L.
te voeren actie in dezen.
De algemeene vergadering van 1901 was wederom voor een be
langrijk deel gewijd aan bespreking van de opleiding. De heer C.
W. Hoffmann leidde dit punt in met een voordracht over: „De
opleiding tot geodeet-kuituurtechnicus aan de Rijkslandbouwschool
te Wageningen". Besloten werd aan het Program van 1891 toe te
voegen als punt 3: Cultuurtechniek. In een motie gaf de vergade
ring uiting aan haar wensch tot verkrijging van een betere op
leiding.
Korten tijd hierna werd contact verkregen met het College van
Directeuren der Rijkslandbouwschool en het bestuur besloot, de al
gemeene vergadering in 1903 te beleggen te WAGENINGEN. In
audiënties bij de Ministers van Financiën en van Waterstaat be
pleitte het bestuur vervolgens, de opleiding tot landmeter te doen
plaats vinden aan deze school.
In de hieropvolgende jaren hield het vraagstuk der opleiding het
Bestuur bij voortduring bezig. In verschillende algemeene vergade-
22