159
Van Regeeringswege wordt sedert 1 Januari 1931 aan eenige
kantoren een proef genomen met een andere organisatie van den
landmeetkundigen dienst bij het Kadaster, nl. met Bureaux, welke
onder leiding staan van een landmeter-hoofd van dienst. Deze orga
nisatievorm, die in kadastrale kringen bekend is als het systeem-
Maastricht, omdat aan dit kantoor het eerst deze proef werd inge
steld, is in de laatste jaren in onze Vereeniging geregeld een onder
werp van bespreking geweest. Reeds op 2 December 1930 werd een
Vereenigingsraad bijeengeroepen en de voorgenomen proef ernstig
besproken. Het Bestuur vroeg kort hierna aan den Minister, naast
deze proef met bureaux, een tweede proef te willen nemen, nl. met
de door onze Vereeniging ontworpen organisatie; aan dit verzoek
werd evenwel geen gevolg gegeven.
De algemeene vergadering in 1931 bracht vervolgens opnieuw
uitvoerige discussies over de nieuwe organisatie, doch het vaststel
len van het standpunt onzer Vereeniging werd uitgesteld. Eenigen
tijd later sprak de groote meerderheid der leden zich echter bij een
schriftelijke stemming uit tegen het systeem-hoofden van dienst en
de algemeene vergadering van 1932 verklaarde zich accoord met de
door het Bestuur uit dit referendum getrokken conclusie, nl., dat K.
en L. haar eigen voorstellen handhaafde en deze zoo krachtig mo
gelijk zou blijven verdedigen. Het schijnt evenwel, dat invoering van
bureaux in het geheele land binnen afzienbaren tijd tegemoet ge
zien kan worden.
Wij hebben hiermede in groote trekken een overzicht gegeven
van de belangrijkste zaken, die K. en L. in de afgeloopen 50 jaren
hebben beziggehouden. Zooals wij reeds in den aanvang hebben
gezegd, mag ons overzicht niet op volledigheid aanspraak maken.
De onvolledigheid zou echter te groot zijn, indien wij niet nog heel
in het kort melding maakten van een paar onderwerpen en wel in
de eerste plaats van de Ruilverkaveling. Hierover wordt op andere
bladzijden van dit Tijdschrift uitvoeriger gesproken, maar in ons
historisch overzicht mogen wij niet nalaten te vermelden, dat reeds
in de algemeene vergadering van 1889 door den landmeter C. W.
Hoffmann een voordracht werd gehouden over de indeeling
van terreinen en de afpaling van eigendomsgrenzen, waarbij hij uit
voerig besprak „de agrarische hervorming, welke zich ten doel stelt
de vereeniging der verspreid liggende grondeigendommen tot een
27