169 streven in het maatschappelijk leven hoegenaamd geen rechtvaardi ging te vinden was. Daarna zijn deze plannen verdwenen en heeft Van R i e 1 zich bepaald tot de kaart op schaal 1 25000. Van de nauwkeurigheidsonderzoekingen, die door Van R i e 1 zijn uitgevoerd, valt de eerste in 1926 [9], Het is de bekende proef te Wageningen aangaande de nauwkeurigheid van het onthoekings- toestel van Roussilhe. Hoewel de gevonden nauwkeurigheid de verwachtingen heeft overtroffen, bleek toch in de publicatie der resultaten het oordeel van Van R i e 1 aangaande de bruikbaar heid van deze methode eenigszins weifelend. Verder kunnen in één adem genoemd worden de op elkander volgende proeven Hilvarenbeek van 1928, Den Hout van 1929 en Oosterhout van 1930. In de proef Hilvarenbeek werd de onthoe- kingsmethode voor de vervaardiging van een topografische kaart 1 10000 of 1 25000 aan een onderzoek onderworpen. Het resul taat was geheel negatief. Wel leverde de onthoeking zelf, evenals bij de proef van Wageningen, bevredigende resultaten op, maar de samenstelling van de kaart uit de onthoekte fotobeelden gaf zeer groote moeilijkheden. De duidelijkheid der onthoekte beelden nam naar de randen snel af. Het identificeeren van het beeld kon niet overal met de gewenschte zekerheid geschieden. Wegen en paden, houtwallen en begroeide beken waren niet duidelijk te onderschei den. In het rapport, dat geteekend is in Aug. 1930 en dat dus werd uitgebracht nadat de proef Den Hout reeds was uitgevoerd, wordt de methode met het onthoekingsapparaat van R o u s s i 1 h e en te vens min of meer duidelijk iedere werkwijze met gebruikmaking van onthoeking, veroordeeld. Bijna gelijktijdig met het rapport inzake de proef Hilvarenbeek werd in Sept. 1930 het rapport uitgebracht over de resultaten van de proef Den Hout, waarbij voor hetzelfde doel als bij de proef Hil varenbeek gebruik was gemaakt van de stereoautograaf van W i 1 d. In het op een schaal 1 10000 geteekende minuutblad werden con trolepunten gemeten. Uit de vergelijking met de kaart vond Van R i e 1 een middelbare fout in de ligging van een punt van 0,37 mm. In verband met de reductie van dit minuutblad tot een schaal 1 25000 werd de nauwkeurigheid voldoende geacht. De appara tuur van W i 1 d werd aanbevolen voor de vervaardiging van de topografische kaart. Dit geschiedde natuurlijk niet alleen op grond van de verkregen nauwkeurigheid, die ook niet zóó groot was, doch 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 169