171 dezer moeilijkheden tenslotte in een geheel andere richting hebben gewezen dan door Van R i e 1 was aangeduid, doet aan de ver dienste van zijn werk geen afbreuk. Als minst belangrijke, maar nochtans zeer merkwaardige po ging, dienen in deze historische beschouwing nog vermeld te wor den de proeven, welke in 1920 en 1921 onder de auspiciën van de Nederlandsche Regeering door een tweetal Duitsche firma's zijn genomen, waarbij men, uitgaande van een drietal punten in Zeeuwsch-Vlaanderen, de eilanden Walcheren en Noord-Beve land in kaart zou brengen. Dit was in de kinderjaren der fotogram- metrie, toen de beoefenaren met hun min of meer kinderlijke fan tasieën de groote verschillen tusschen kaarteeringen voor oorlogs doeleinden en voor de vervaardiging van goede topografische kaar ten al te zeer uit het oog verloren. De problemen betreffende den meetkundigen grondslag der fotogrammetrische opnamen werden toen nog onderschat en het gevolg was natuurlijk, dat deze proeven een negatief resultaat hebben opgeleverd. De eenige uitwerking zal vermoedelijk zijn geweest, dat zij bij de betrokken autoriteiten in de latere jaren een zekere huivering zullen hebben doen ontstaan bij het vernemen van het woord „luchtfotogrammetrie". Bovendien kon men deze proeven pok kwalijk Nederlandsche proeven noemen, aan gezien de leiding geheel in vreemde handen bleef. In dezen zelfden tijd (1 April 1921) valt ook de instelling door den Minister van Oorlog van de subcommissie voor fotogrammetrie der „wetenschappelijke commissie van advies en onderzoek", welke zou moeten samenwerken met deskundigen en belanghebbenden, ressorteerende onder andere Departementen van Algemeen Bestuur en aan welke commissie opdracht was verstrekt, de proefnemingen en demonstraties inzake de toepassing der fotogrammetrie te rege len, daarop toezicht te houden en de noodzakelijke gegevens te ver zamelen [10]. Vermoedelijk is men na de proeven in Zeeland zoo overtuigd geweest van het hopelooze inzake de toepassingsmoge lijkheden der fotogrammetrie, dat men deze commissie ad hoe na kennisneming der negatieve resultaten ten snelste van haar opdracht heeft ontheven. Ziehier de ontwikkelingsgang der luchtfotogrammetrie in ons land, voor zoover die is gegaan langs lijnen, welke blijkbaar zijn af gebroken, maar die toch in het heden hun waarde nog bezitten. 39

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 171