175 zelfde productiecapaciteit met dubbelbeeldapparaten te bereiken, dan zal men bij matige schatting zeker op zijn minst drie stuks dezer kostbare instrumenten in bedrijf moeten stellen, aan welke zes per sonen werkzaam zijn. Natuurlijk bieden deze dubbelbeeldapparaten mogelijkheden, welke de stereofototransporteur niet bezit, n.l. het uitmeten van hoogteverschillen. Bedenkt men echter, dat in ons land met de kleine hoogteverschillen de dubbelbeeldapparaten, als de stereoautograaf van W i 1 d, toch niet in staat zijn de hoogtever schillen bij toepassing van een opnameschaal 1 20000 met den ver langden graad van nauwkeurigheid te geven, dan volgt hieruit, dat men voor de hoogtemeting toch steeds zijn toevlucht tot waterpas sing zal moeten blijven nemen en dientengevolge te dezen aanzien het verschil tusschen stereoautograaf van W i 1 d en stereofototrans porteur voor terreinen als in Nederland op de belangrijkste punten denkbeeldig wordt. Op het besluit van den Minister van Defensie ten aanzien van de constructie van de kaart 1 25000 hebben behalve de nauwkeurig heid ook de kosten veel invloed gehad. Men heeft vier werkwijzen vergeleken en wel: 1°. De tot 1932 bestaande methode. Hierbij bediende men zich van kadastrale kaarten, die werden gereduceerd en ingepast met behulp van punten, bekend uit de Rijksdriehoeksmeting, uit metin gen van het Kadaster of van andere Openbare Diensten. Na deze in den winter uitgevoerde reductie, werd de verkenning door de of ficieren der Militaire Verkenningen in den zomer uitgevoerd. We gens het ontbreken van de groote meerderheid der topografische details in de Nederlandsche kadastrale kaarten, is deze verkenning een omvangrijk werk. 2°. De constructie van een nieuwe kaart met behulp van de methode der onthoeking onder toepassing van den radiaaltriangu- lator en de stereopantograaf. De onderzoekingen zijn gemaakt voor twee gevallen: a. opnamen met de Wildcamera 13J^ X 13J^, schaal 1 15000, b. opnamen met de Wildcamera 133^ X 13^, schaal 1 20000. 3°. De constructie van een nieuwe kaart met behulp van een dubbelbeeldapparaat, in het bijzonder de autograaf van Wild. Voor het derde geval hebben wij de resultaten en schattingen ge nomen uit het rapport van de Triangulatiecommissie betreffende de 43

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 175