179 insnijding uit de veelhoekspunten. De keuze dezer punten is zeer be langrijk voor de nauwkeurigheid der inpassing. Zij worden daarom tevoren onder globale inpassing en waarneming in de stereoplani- graaf uitgezocht. In 1934 is de regel ingevoerd, dat bij de meting van de lengten der veelhoekszijden snijdingen met greppels, sloot kanten, enz,, die in de foto's zichtbaar zijn, worden ingemeten. Deze snijpunten, gekaarteerd op de veelhoekszijden, leveren een tamelijk afdoende controle op de inpassing van het ruimtemodel tusschen de paspunten. Dit is zeer noodzakelijk, aangezien de ervaring heeft ge leerd, dat kleine verschillen in de interpretatie der paspunten tus schen den terreinwaarnemer en den waarnemer in de stereoplani- graaf soms aanleiding geven tot moeilijkheden. Na de inpassing wordt het beeld in potlood gekaarteerd. Het is daarbij noodig ge bleken, het papier aan de randen op aluminiumplaten vast te plak ken, zoodat het tijdens de kaarteering gespannen blijft. Laat men dit na, dan heeft de werking van het papier een hoogst nadeeligen invloed. Van de in potlood vervaardigde teekening wordt een ver kleining op schaal 1 2500 langs fotografischen weg verkregen, welke als grondslag voor de verkenning in het terrein dient. Reeds bij de proeven in 1931 was gebleken, dat de graad van nauwkeurig heid, welke men verkreeg voor de kaarteering van de huizen, voor kadastrale doeleinden geheel onvoldoende was [13]. Het gevolg hiervan is, dat de gebouwen bij de verkenning volledig worden op gemeten. Werd er aanvankelijk soms volstaan met het nameten van den plattegrond der gebouwen, in den loop van 1933 is als regel ingevoerd, dat alle gebouwen volledig moeten worden aangemeten aan den meetkundigen grondslag. Wij zullen verder in dit hoofdstuk geen uitvoerige beschrijving en critiek geven, aangezien wij deze willen invlechten in de belang rijke vraag, of deze werkwijze ook voor het Nederlandsche Kadaster beteekenis kan hebben. 3. Onderzoek van de uitspraak van Boer. Wil de fotogrammetrie voor kadastrale doeleinden bruikbaar zijn, dan moet er aan de navolgende voorwaarden zijn voldaan. 1) Men moet in hoofdzaken met een kaart zonder cijfers kun nen volstaan. 2) De middelbare onnauwkeurigheid in de ligging van een gé- reconstrueerd punt behoort ongeveer gelijk te blijven aan de middel- 47

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 179