181 iedere methode puntsgewijze geconstrueerd. De verschillende me thodes hebben ieder een eigen nauwkeurigheid door deze puntsge wijze reconstructie. Dit geldt voor de gewone orthogonale meting, voor de tachymetrie en ook voor de fotogrammetrie. Ook bij de orthogonale methode is het bekend, dat men een huis niet kan op meten door uitsluitend de hoekpunten met behulp van loodlijnen aan te meten. Ook hier is men verplicht de lengte van den gevel zelf te meten, wil men niet voor onaangename verrassingen in den platte grond van het gebouw komen te staan. Het in mindere of meerdere mate aanwezige gebrek aan nauwkeurigheid, waarmee de indivi- dueele punten worden weergegeven, maakt het noodzakelijk bepaal de afstanden tusschen gereconstrueerde punten, waarin de relatieve fout te groot wordt, na te meten. Indien men een schaakbord op het terrein zou leggen en men zou probeeren dit weer te geven door ieder der hoeken van een vak met meetband en prisma te bepalen ten opzichte van een meetlijn, dan zou men hetzelfde doen, wat de fotogrammeter zich als opgave zou stellen, indien hij uit een lucht opname op schaal 1 5000 door het aangeven van de hoeken der huizen den plattegrond van een stad op schaal 1 1000 zou willen teekenen. Evenmin als bij de orthogonale en tachymetrische metho den, ontgaat men het bij de fotogrammetrie, sommige lengten langs terrestrischen weg te meten. In beginsel zal de fotogrammetrische werkwijze dus steeds een combinatie van luchtfotogrammetrie en terrestrische meting moeten zijn. Indien men zich nu afvraagt, waar deze terrestrische meting zal dienen te geschieden, dan is het niet toevallig, dat dit dezelfde pun ten zullen zijn, waar men ook niet met een grafisch kadaster kan vol staan en behoefte heeft aan meetgetallen. De gebouwen en de kleine perceelen, welke worden gevormd door de erven, zijn als de vakken van het bovengenoemde schaakbord. Het nameten van afstanden en het verzamelen van cijfers is hier niet te ontgaan. Een geluk is het echter, dat de beide overwegingen parallel loopen. Toepassing der luchtfotogrammetrie beteekent dus geenszins een invoering van een soort grafisch kadaster zonder meer. Het bedoelt niet meer te zijn dan het gebruik van een hulpmiddel op die plaatsen, waar dit toe laatbaar en nuttig is. Terzijde zij inzake het vraagstuk van het numerieke of grafische systeem nog vermeld, dat toepassing van een apparaat als de stereo- planigraaf het te allen tijde mogelijk maakt, coördinaten van de ge- 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 181