182 kaarteerde punten af te lezen. Dit lijkt mij echter een mogelijkheid, die alleen in uitzonderingsgevallen benut kan worden, omdat men deze coördinaten in een willekeurig systeem verkrijgt en dus om vangrijke berekeningen voor de transformatie noodzakelijk zijn. Zou men langs dezen weg de fotogrammetrie verdedigen, dan had men gevaar in een te groot aantal gevallen met den vierden eisch in con flict te komen. TABEL 3. Nauwkeurigheidsonderzoek op Rijksweg 20. Max. en middelb. fouten in de ligging van de middens van slooten en wegen in 10 mm. 9 midd.sloot 1,43 4,0 22 10 1,41 2,5 14 11 tt 1,53 4,0 15 13 1,51 3,0 11 9 t/m 13 midd.weg 1,95 3,0 9 Betreffende de nauwkeurigheid, welke kan worden verkregen, zij medegedeeld, dat door mij op het resultaat van Rijksweg 20 een aan tal nauwkeurigheidsonderzoekingen zijn uitgevoerd. In tabel 3 is een overzicht gegeven van de gevonden middelbare fouten. Wij hebben de snijding van slooten en wegen met veelhoekszijden en met de verbindingslijnen van later geplaatste grenssteenen inge meten en gekaarteerd. De afwijkingen met de in de stereoplanigraaf gevonden slootkanten zijn gemeten. Uit de afwijkingen der zijkanten is de fout van het midden van een sloot of weg bepaald. Hieruit is voor een viertal bladen de mid delbare fout in de ligging van deze middens gevonden. Dat dit re sultaat als betrouwbaar kan worden aangemerkt, moge blijken uit de groote overeenstemming, welke voor de vier waarden onderling is gevonden. Wel merkwaardig is, dat de kanten van de wegen, die op zichzelf op de foto's duidelijker lijken te zijn, in werkelijk heid slechter zijn dan de slooten. Zeer waarschijnlijk doet de scherpe contrastwerking zich hier gelden. Uit deze gegevens blijkt, dat op deze bladen ruimschoots aan de 50 No. blad. Aard van voorwerp. Fouten middelb. max. Aantal snijdingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 182