196 hoeken, uitgespreid tusschen Mont-Cassel en Jever over het gebied der Nederlanden, komen er slechts vijf voor, waarin de fout in de som der hoeken grooter is dan drie secunden; de afwijkingen zijn resp. 3", 175, 3",329, 3",652, 5",245 en 7",652. Ver der is in 23 gevallen de sluitfout gelegen tusschen 2 en 3 secunden; 45 driehoeken geven een sluitfout, grooter dan 1 en kleiner dan 2 secunden, terwijl voor 75 driehoeken die fout minder dan 1 secunde bedraagt. Een minder gunstige omstandigheid is, dat 15 driehoeken niet vol zijn gemeten; de waarde van den niet gemeten hoek is uit de twee overige hoeken afgeleid. Uit het rapport van Delambre van 22 Maart 1813, opge nomen in het „Précis", blijkt, dat een systematische vereffening niet door Krayenhoff werd uitgevoerd; niettemin is hij er in ge slaagd, zijn driehoeksnet sluitend te maken; tegenstrijdigheden komen er niet of slechts tot zeer geringe bedragen in voor. Een grondig onderzoek van Krayenhoffs werk, ingesteld door prof. dr. Cohen Stuart gaf een groote teleurstelling, wat betreft de waarde van de uitgevoerde metingen. Uit dit onderzoek bleek, dat er ontoelaatbare verschillen optreden in de middelbare fouten der door Krayenhoff verrichte hoekmetingen, al naar gelang deze werden afgeleid uit de gemeten hoeken in een drie- hoekspunt (stationsvereffening), uit de sluitfouten der driehoeken en uit de hoeken aan den omtrek van een veelhoek, alzoo uit de zoogenaamde zijdenvergelijkingen. De abnormaliteit dezer verschil len deed, evenals trouwens de toelichtende tekst reeds min of meer gedaan had, twijfel ontstaan aan de „onpartijdigheid" der in het „Précis" opgenomen waarnemingen. Dat deze twijfel gegrond was, bleek uit de raadpleging der oor spronkelijke metingen, verzameld in de te velde gebezigde meetboe- ken. Hierbij kwam aan het licht, dat de vaststelling van de meetre sultaten, zooals zij in het Précis historique zijn vermeld, niet volgens een vast systeem heeft plaats gehad, maar dat met een zekere „wil lekeur" is gehandeld. Uit een vergelijking van de meetboeken met de gegevens van het Précis, bleek, dat meermalen uit de verschil lende waarnemingen ter bepaling van een der hoeken van het drie hoeksnet slechts enkele, soms maar eene is behouden, zonder dat is aan te toonen, dat deze laatste onder gunstiger omstandigheden werd verkregen. Vermoedelijk werd zij alleen daarom gearresteerd, 64

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 196