204 Voor de berekening der coördinaten is uitgegaan van de lengte van de hoofddriehoekszijde Ubagsberg-Klifsberg, welke zijde is afgeleid uit de basis bij Bonn, die in 1892 werd gemeten, zoowel door de Trigonometrische Abteilung der Königlich Preussischen Landesaufnahme, als door het Königlich Preussische Geodatische Institut; deze metingen gaven onderling een verschil van 8 mm. Het gemiddelde van beide metingen, hetwelk werd aangehouden, gaf voor de lengte van de Bonner basis 2512,965395 m. Uit de metingen voor de basisaansluiting werd berekend de drie hoekszijde Michelsberg-Birkhof. Langs vier driehoeken der Landes aufnahme is daaruit gevonden voor: log zijde Ubagsberg-Klifsberg 4,5792547.35. Hieruit konden successievelijk de lengten van alle zijden van het primaire net van Nederland worden vastgesteld; uit de op verschil lende hoekpunten van het net uitgevoerde breedte- en azimuthbe- palingen werd verder berekend voor: de breedte van Amersfoort 52° 9'22",178 het azimuth Amersfoort-Utrecht 248° 35' 19",891. De berekening der coördinaten in de stereografische projectie, met het punt Amersfoort als centrale punt der kaart, kon thans voor het geheele driehoeksnet plaats hebben. Voor bijzonderheden van de stereografische kaartprojectie wordt verwezen naar de bo venvermelde publicatie der Rijkscommissie. BasismetingDoor allerlei omstandigheden moest het geruimen tijd duren, alvorens tot de meting van de basis ten behoeve der Nederlandsche Rijksdriehoeksmeting kon worden overgegaan. Eerst heeft de keuze van het basisapparaat een onderwerp van langdurige bespreking uitgemaakt in de vergaderingen der Commissie. Het door Stamkart gebezigde toestel voor zijn metingen van de basis in de Haarlemmermeer bleek niet meer in aanmerking te kunnen komen: het heeft thans nog slechts historische waarde. In 1901 bestond het voornemen de basismeting te doen uitvoeren met het toestel van het Preussische Geodatische Institut; aan dit voornemen werd even wel geen gevolg gegeven. In 1904 werd besloten tot aanschaffing van een naar aanwijzing van het „Bureau international des Poids et Mesures" geconstrueerd basistoestel, waarbij de meting ge schiedt met draden van 24 m lengte, vervaardigd van een alliage van ijzer en nikkel, later algemeen als invar bekend geworden. Na le- 72

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 204