Het Recht en de Landmeter van het Kadaster.
C. J. KLUVERS, c.n.,
landmeter van het Kadaster, lector aan den Landmeterscursus,
verbonden aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen.
Ieder, die verkeert in de maatschappij, welk beroep hij ook uit
oefent, welk ambt hij bekleedt, is onderworpen aan het recht. Voor
hem is dus de kennis van dat deel van het recht noodig, dat voor
zijn beroep of ambt van beteekenis is. Deze kennis zal hem in staat
stellen zoo te handelen, dat hij niet met den burgerlijken of straf
rechter in aanraking komt. Voor sommige ambtenaren beteekent het
recht echter meer, omdat zij geroepen zijn het toe te passen op con
crete gevallen, omdat hun beslissingen en adviezen, die voor de
staatsburgers van groot belang kunnen zijn, in het recht hun grond
slag moeten vinden.
Een buitenstaander zou den landmeter van het kadaster allicht
niet tot deze categorie rekenen; moeilijk kan hij zich voorstellen,
dat het beoefenen van een technisch vak, de landmeetkunde, het
geven van op het recht gegronde beslissingen en adviezen zou mee
brengen.
Toch moet dit geschieden in alle landen, waar geen feilloos eigen
domskadaster bestaat en het bestaande kadaster ons in den steek
laat, als grenzen op het terrein uitgezet of de grootten van overge
dragen perceelsgedeelten bepaald moeten worden.
Het is bekend, dat Nederland tot deze landen behoort, zoodat
aan de praktijk hier te lande de voorbeelden ontleend kunnen wor
den, die dit duidelijk maken. (Hierbij dient echter vooropgesteld te
worden, dat het onjuist is, op grond van deze behandelde gevallen,
een generaliseerend afbrekend oordeel over het Nederlandsche
kadaster uit te spreken. Ons kadaster heeft fouten en leemten en
alle ter zake kundigen zijn het er over eens, dat verbetering drin
gend noodig is, maar dit neemt niet weg, dat het kadastrale archief
een schat van waardevolle en juiste gegevens van het overgrootste
deel der eigendomsgrenzen bevat, die nergens anders aanwezig en
voor publiek en overheid van onberekenbaar nut zijn).
85,