224 zijn zoo hoog, dat de waarde van de betwiste strook daarbij als regel geheel in het niet valt en dat een proces voor weinig kapitaalkrach tige eigenaren weinig minder dan een ramp beteekent. Bovendien ontbreekt dikwijls de tijd, want het duurt maanden en soms wel jaren voor de zaak afgeloopen is. Het proces te Rotterdam boven genoemd begon met een dagvaarding d.d. 2 Dec. 1921 en eindigde met een arrest H. R. d.d. 16 April 1926; een grensgeschil in Noord- Brabant, bezitsprocedure, daarna eigendomsprocedure, duurde 7 jaar (Hof 's-Hertogenbosch, 28 Mei 1918. W. 10350). Uit het bovenstaande volgt, dat het uitlokken van een rechterlijke beslissing zoodanige bezwaren heeft, dat dit aan de betrokkenen niet aangeraden kan worden; zij komen van den regen in den drop. Toch zou de landmeter dit moeten doen, indien hij weigerde de grens uit te zetten wegens onzekerheid van zijn gegevens. Een groot gevaar, dat bovendien aan de mogelijkheid tot wei geren verbonden zou zijn, is het verlammen van de preventieve wer king van het kadaster. Deze bestaat hierin, dat het hebzuchtige eigenaren weerhoudt, grond van de buren in gebruik te nemen. De overtuiging, dat door het kadaster alle eigendomsgrenzen zonder uitzondering op het terrein uitgezet kunnen worden, waardoor gronddiefstal ontdekt en zij openlijk aan de kaak gesteld kunnen worden, houdt hen veelal van in het oog loopende inbezitnemingen terug. Werd een enkele grensuitzetting geweigerd, dan zou spoe dig de mare ontstaan, dat door het kadaster geen uitzettingen meer verricht worden, en dan was het hek van den dam. Resumeerende, komen wij tot de conclusie, dat als regel aan het verzoek, een eigendomsgrens uit te zetten, voldaan kan worden met behulp van de nauwkeurige technische gegevens, waarover het ka daster beschikt; dat echter in enkele gevallen deze gegevens te kort schieten; dat dan niet geweigerd mag worden aan het verzoek te voldoen en dan bij de te nemen beslissing overwegingen van rechts kundigen aard optreden, waarbij opgemerkt kan worden, dat in beide gevallen de bemoeiingen van den landmeter van het kadaster bijna altijd tengevolge hebben, dat het grensgeschil wordt opgelost, doordat de partijen zich met de uitspraak vereenigen. Voor de tweede groep van werkzaamheden, het bepalen van de grootten van overgedragen perceelsgedeelten, kan met een enkel voorbeeld worden volstaan. Nemen wij aan, dat van de perceelen 1 en 2, afgebeeld in fig. 1, de noordelijke gedeelten verkocht zijn. De 92

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 224