233
,,2e. het vergelijken van de hoogten dier zelfde punten aan de
kusten der zee, met de gemiddelde hoogte van het oppervlak des
waters."
Van Februari 1854 af werden maandstaten gemaakt van de te
Den Helder en te Amsterdam opgenomen waterhoogten met de
zelfregistreerende peilschalen. Na de afsluiting van het Y in 1872
geschiedt deze waarneming bij den Siphon bij Zeeburg.
Naar een, door Dr. Stamkart aangegeven formule werden op
de staten ingevuld de berekende waterhoogten volgens de Zons-
en Maansuurhoeken.
Voor directe berekening van de daling kwamen in aanmerking de
waarnemingen van het Waterkantoor te Amsterdam, die reeds van
1700 af ter beschikking waren.
Dit Waterkantoor heeft van 1700 tot Mei 1861 gestaan aan de
Nieuwmarkt nabij de St.-Anthoniewaag. Alvorens het in Mei 1861
werd afgebroken, werd het A. P., in dit Waterkantoor gebruikt,
door Dr. F. J. Stamkart en den Stadsingenieur P. van der
S t e r r vergeleken met de merken van Zeedijkshoogte en met in
begrip van de capillaire aantrekking van het water aan den in dit
Waterkantoor gebruikten peilstok, niet minder dan 82 mm te laag
bevonden.
Zoolang nu niet bekend is, wanneer dat verschil is ontstaan, mis
sen de registers van het Waterkantoor betrouwbaarheid.
Er is echter wel een aansluiting. Generaal Krayenhoff is
n.l. bij zijn waterpassingen uitgegaan van de peilschaal aan de
Amstelsluis. Later echter vergelijkt hij deze peilschaal met het merk
van Zeedijkshoogte aan de Kolksluis. Hiervan is nu den 22 Decem
ber 1812 een breedvoerig Procesverbaal gemaakt, waaruit blijkt, dat
hij de vergelijking deed door middel van den waterspiegel en zijn
weg koos via het Waterkantoor.
In dit Procesverbaal staat nu letterlijk:
,,en bij gevolg is het nulpunt van de peilschaal aan de Schreiers-
toren, dat van de schalen aan het Waterkantoor aan de Nieuw
markt en van de schaal aan de Amstelsluis beneden het vaste peil
van Zeedijkshoogte aan de Kolkswaterkeering, juist zooals dezelve
behooren te zijn".
Er kan dus worden aangenomen, dat de registers van het Water
kantoor tot 1812 in orde zijn.
Dr. F. J. Stamkart neemt voor zijn berekeningen in 1862 uit
101