234 de registers van het Waterkantoor twee perioden, n.l. die van 1700 tot en met 1717 en van 1843 tot en met 1860 en brengt bij deze laatste de correctie aan van 82 mm. Hij komt dan tot de slotsom, „dat de waarnemingen aan het Stadswaterkantoor geen aanleiding geven een zakking des bodems sedert 1700 aan te nemen". Dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen komt volgens het verslag der Gewone Vergadering der Wis- en Natuurkundige Af- deeling van 28 Maart 1908 bij zijn berekeningen uit de registers van het Waterkantoor tot dezelfde uitkomst. Het is echter merkwaardig, dat bij de waterpassingen voor de Gemeente Amsterdam de oude merken van de nauwkeurigheids waterpassingen lager worden gevonden, dan zij werden opgegeven. Zoo wordt gevonden voor den bout van Dr. Stamkart in de St.-Anthoniewaag 23 mm lager, voor het hoofdmerk in de Muider- poort in 1907 33 mm en in 1927 50 mm lager, voor het merk in het Stoomgemaal Zeeburg 27 mm lager, voor het hoofdmerk in de Haar lemmerpoort 13 mm lager, enz. Alles aannemende, dat het oorspronkelijke merk in de Nieuwe Brugsluis goed is gebleven. Maar als al deze oude gebouwen, zonder dat een scheur in het bouwwerk te zien is, zakken, waaraan trouwens het toenemende verkeer wel schuldig zal zijn, bestaat de vraag of de bouwwerken met de oorspronkelijke merken van het A. P. niet aan zakking onder hevig zijn. 102

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 234