241
ken, of de financieele offers, die noodzakelijk voor het verkrijgen
van dit ideaal gebracht zullen moeten worden, zelfs in een tijd, dat
het geld beschikbaar zou zijn, opwegen tegen het practische voor
deel, dat verkregen zou worden. Voorts, dat niet hun belang, hoe
zeer niemand hun het recht zal betwisten, daarvoor te strijden, den
doorslag mag geven. Dat zij er zich dus ter dege van bewust moe
ten zijn, dat land en volk in economischen zin sterker en gelukkiger
zouden moeten worden door en tengevolge van de financieele offers,
die gevorderd zouden worden.
Ten slotte zal de practicus met tal van bezwaren komen aandra
gen. Ik wil ze hier niet vermelden, dit is eerder al zoo vaak gebeurd,
dat de herhaling weinig waarde kan hebben. Bovendien zijn de
tijdsomstandigheden van dien aard, dat, ik herhaal, K. en L. alle
zeilen zal moeten spannen, om te voorkomen, dat afgebroken of
slechter gemaakt zal worden, datgene, wat gedurende de laatste
tientallen jaren met veel zorg, toewijding en bekwaamheid is opge
bouwd.
2.
Thans eenige opmerkingen over de publiekrechtelijke functies van
het Kadaster.
Opgericht ten behoeve van een richtige heffing der Grondbe
lasting, waarvoor het nog steeds met succes zijn diensten ver
leent, is het tevens geworden tot den grondslag voor de heffingen
van Waterschaps- en polderlasten, van wegbelastingen, registratie-,
successie- en vermogensbelastingen, van inkomstenbelastingen, voor
den aanleg en het ontwerpen van waterstaatkundige werken, spoor-
en tramwegen, ruilverkavelingen, enz. enz.
De diensten, die het Kadaster in dezen verleent, moeten niet te
licht worden geteld. De belastingadministraties zouden niet weten,
hoe zich te redden, indien ze de gegevens van het kadaster zouden
missen.
Hoe zou de successieontvanger er achter komen of de erfgenamen
van een overledene al zijn misschien her en der verspreid liggende
goederen zouden aangeven? Welke moeilijkheden zouden rijzen bij
de taxatie der verkoopwaarde van onroerende goederen en hoeveel
extra kosten zouden deze taxaties niet telkens met zich medebren
gen, indien de taxateurs niet beschikken konden over kaarten en
grootten der perceelen!
109