242 De Organen, in deze trieste tijden belast met de uitvoering van steunwetten en teeltregelingen inzake den landbouw, grijpen aan stonds naar de gegevens, die het Kadaster hun kan verstrekken. Dat deze gegevens niet altijd voldoende blijken, kan misschien een aanwijzing geven, dat in de toekomst behoefte zal kunnen bestaan aan een Kadaster, dat zich niet alleen beperkt tot afbeelding van de gebouwen en de eigendomsgrenzen, maar dat ook de gegevens kan verstrekken van de cultuurperceelen. En voor het inmeten dezer cultuurgrenzen zou men allicht met vrucht gebruik kunnen maken van de diensten van een lager landmeetkundig personeel! Ik ben mij ten volle bewust, dat de opsomming der publiekrechte lijke functies van ons Kadaster verre van volledig is. Ik noemde enkele van de belangrijkste. Er zijn er meer en er zullen er steeds meer volgen. De behoefte aan een alzijdig Kadaster zal steeds grooter worden. Het schijnt mij gewenscht, dat men daaraan ter dege zijn aan dacht schenkt. En dat men beseft, dat hermetingen van die kadastrale plans, die te slecht zijn, om de gegevens te verstrekken, die met recht ge vraagd zullen kunnen worden, gebiedende eisch is. Een technisch volmaakt kadaster is misschien een vrome wensch en misschien ook in economischen zin gezien niet noodig. Een goede en bruikbare kaart ligt echter m.i. niet buiten het bereik! Moge ook in dit opzicht in de komende jaren K. en L. op de bres staan en veel succes boeken. Smilde, Juli 1934. 110

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 242