24 Met welk een nauwkeurigheid ook behartigt hij de verantwoorde lijke taak van de controle op alle berekeningen, die hem is opge dragen. Vanuit de verte nogmaals mijn hartgrondigen dank aan de Hee- ren K e 11 e r en R e i c h voor al hun moeite. Voor wij Bazel en daarmee Zwitserland verlaten, kan ik niet na laten U nog een uitspraak mee te deelen van Dr. Berger, den Adjunkt Verwalter van het Bazelsche Grondboek. Hij dan is van meening, dat bij een zoo onfeilbaar en absoluut werkend apparaat als het Bazelsche „Vermessungswesen" het eigenlijk van geen be- teekenis meer is, of het hypothecaire stelsel positief, dan wel nega tief georiënteerd is. Slot volgt. Het Kadaster en de Wegenwet 1930. J. W. HOVING, Landmeter van het Kadaster te Zutphen. In verschillende artikels, verschenen in dit tijdschrift (zie o.m. jaargang 1924, bl. 22 en jaargang 1930, bl. 121), werd door de schrijvers gewezen op de groote moeilijkheden, die zij op het terrein en bij het opmaken van metingsstukken ondervonden ten gevolge van den onzekeren eigendomstoestand langs openbare wegen, ont staan, deels door verbreeding van deze wegen zonder overschrijving van een overdrachtsacte van de afgestane grondstrooken, ten deele ook door wederrechtelijke versmalling bij gebrek aan behoorlijk ge meentelijk toezicht. Ten derde zijn hier aan toe te voegen het totaal afwezig zijn van een afscheiding en algeheele onbekendheid van de belanghebbenden met de juiste ligging van de weggrens, omstandig heden, die voor alle betrokken partijen (gemeente, particulier en ka daster) groote onaangenaamheden en telkens weer nieuwe kosten met zich brengen. (Hierna behandelt de Heer Vermeulen het Kadaster in Turkije, Elzas- Lotharingen, Italië, België en Ned.-Indië en toetst ten slotte het Nederlandsche Kadaster aan deze buitenlandsche voorbeelden, waarbij hij tot zeer belangrijke conclusies komt.)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 24