260
misschien ongewenschte toestanden rekening zal moeten houden.
De taak voor de gemeentebesturen, voortvloeiende uit de Wo
ningwet, is niet beperkt tot de uitbreidingen der gemeenten, maar
omvat evenzeer de reeds bebouwde kommen. Van kadastraal stand
punt bezien is er eenig onderscheid: Uitbreidingen gaan gepaard
met voortdurende wijzigingen in eigendomstoestand, stichting van
gebouwen en veranderingen in den belastinggrondslag, waarvoor
steeds metingen noodig zijn en waarbij dan van de eventueel ver
richte hermetingen geprofiteerd wordt, terwijl de bebouwde gedeel
ten als regel tot rust gekomen zijn. Toch mag, waar het hier geldt
het nakomen van wettelijke voorschriften, principieel tusschen be
bouwde kom en uitbreiding geen onderscheid worden gemaakt. Van
de noodzakelijkheid van hermetingen zijn alle deskundigen door
drongen; niet allen geven er zich echter rekenschap van, dat niet het
kadaster, maar het cartografische gedeelte daarvan de motor der
vernieuwingen is. Vrijwel alle in den laatsten tijd voltooide of thans
aan den gang zijnde hermetingen zijn het gevolg van aanvragen van
gemeentebesturen om voor de uitvoering van de Woningwet de be
schikking te krijgen over goede kaarten, waarmede haar financieele
medewerking dan ook gemotiveerd wordt.
De geschetste taak, welke de landmeetkunde vervult voor de be
stuurstaak der gemeenten, vertoont veel overeenkomst met haar
functie voor den aanleg van wegen, spoorwegen en kanalen door
Rijk of Provincie. Kan voor een voorloopig tracé der bedoelde
werken met het bestaande kaartmaterieel worden volstaan, zoodra
richting en vorm definitief moeten worden vastgesteld, is het oogen-
blik gekomen, dat de landmeetkundige de verdere uitvoering moet
voorbereiden. Het oude rijmpje:
Met passen en meten
Wordt veel tijd versleten,
getuigt reeds van de moeilijkheden, welke dan opkomen en op de
beste wijze moeten worden opgelost. Vooral in den tegenwoordigen
tijd van snelverkeer moet aan het tracé van den weg de grootste zorg
worden besteed. Zonder goede kaarten is die taak niet te volbrengen
en daarom is het eerste werk van den landmeetkundige alweer het
vervaardigen van nauwkeurige kaarten op de schaal, welke door den
aard van het werk wordt vereischt. Na de vaststelling van het be
loop van den weg op de teekening, zal hij geheel conform de juiste
begrenzing op het terrein moeten uitzetten. Onvoldoende opzet,
128