De landmeter van het Kadaster en de ruilverkaveling.
J. J. GORTER,
landmeter van het Kadaster te Zwolle.
Aldus de sobere mededeeling op pagina 213 van jaargang 1924
van dit Tijdschrift, een mededeeling, die echter door een iets groo-
ter lettertype verried, een belangrijke gebeurtenis te gelden.
Inderdaad!
Een in landbouwkringen lang gekoesterde wensch was na jaren
lange propaganda en voorbereiding in vervulling gegaan. Ook de
Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde kon met groote vol
doening de totstandkoming een er wettelijke regeling begroeten
want ingevolge art. 29 dier wet, zou de landmeter van het Kadaster
bijstand verleenen aan de voor elke ruilverkaveling te benoemen
plaatselijke commissie. Hem was dus een aanzienlijk aandeel toege
dacht in een werk van landbouwkundige strekking, maar in uitvoe
ring overwegend kadastraal-landmeetkundig, zooals dat steeds door
K. en L. en door vele harer leden in het bijzonder van den
beginne af was voorgestaan.
Tallooze bladzijden van ons Tijdschrift, van andere periodieken,
memories en adressen van onze Vereeniging, leggen getuigenis af
van dit streven en van het toegedaan zijn aan de ruilverkaveling in
het algemeen.
We zullen ons zelfs, als we daarvan iets willen mededeelen, ten
zeerste moeten beperken.
Indien we ons Tijdschrift van het begin af doorbladeren, zoeken
133
„Nadat op 29 October het ontwerp
door de Eerste Kamer werd aangeno
men, is in het Staatsblad n°. 481 ver
schenen de wet van den 31 en October
1924, houdende bepalingen omtrent ruil
verkaveling.
Ingevolge K.B. van 22 November
treedt zij in werking op 1 December
1924".