266
we voorloopig het woord ruilverkaveling tevergeefs; het zal pas in
1903 zijn intrede doen, als de commissie „Ontginning" waarover
later het door haar in studie genomen onderwerp het best met
„ruilverkaveling" meent te kunnen omschrijven.
Maar wel worden we in de eerste aflevering van den eersten jaar
gang, door den redacteur I. Boer H.zn., in zijn artikel „Het Ka
daster in Duitschland", bekend gemaakt met „omvangrijke land-
verbeteringen, door het maken van een nieuw traject van wegen,
vaarten, beken enzgepaard met een rationeele indeeling
en verdeeling van den bodem tusschen de verschillende eigenaars
naar verhouding van hun waarde-aandeel en onder opheffing of
verzachting van zakelijke lasten."
Het verheugt ons, de zaak welke ons ter harte gaat, reeds zoo
spoedig te zien ingeleid, maar verdere lezing doet ervaren, dat de
schrijver zijn mededeelingen en de daaraan voorafgaande alge-
meene economische beschouwingen noodig had om ons te voeren
naar het Pruisische grondboekstelsel en naar Pruisische werkmetho
den en voorschriften.
We zullen voorloopig eventueele actie voor „omvangrijke land-
verbeteringen" in de eerste plaats moeten zien als onderdeel in het
streven naar een bewijskrachtig Kadaster en naar betere opleiding
van den landmeter.
Geheel in deze lijn is dan ook de eerste poging van den landmeter
C. W. H o f f m a n n, om belangstelling te wekken voor „landver-
legging", door een voordracht, gehouden op de algemeene vergade
ring in 1889 (jrg. 1890 blz. 181-195).
De spreker gaat bij zijn onderwerp „Indeeling van terreinen en
afpaling van eigendomsgrenzen" uit van stellingen van Gom-
bault en Engelmann betreffende splitsing van eigendoms-
en belastingkadaster stellingen door de algemeene vergadering
in 1888 tot de hare gemaakt en hij vraagt zich af, of de terreinen
met verspreiden en versnipperden eigendom niet in hooge mate be
zwaren zullen meebrengen bij invoering van een eigendomskadaster.
De aandacht wordt gevestigd op de onzekerheid van kromme en
gebogen grenzen, de gebrekkige afpaling daarvan en den tijd, welke
ze voor opmeting vorderen.
Zoo komt spreker tot de „Kommassation" of „Zusammenlegung
134