278 de Centrale Commissie, de plaatselijke commissie gehoord". Waar beginnen de werkzaamheden dier andere deskundigen en hoe is de verhouding tusschen Centrale Commissie en landmeter? Ziedaar vragen, die om beantwoording vroegen en waaromtrent het kon haast niet anders wel eens kwestie is gerezen. Laten we er direct aan toevoegen, dat spoedig een zeer aangename samen werking is tot stand gekomen tusschen het Secretariaat der Centrale Commissie en de landmeters en dit zonder één enkel voorschrift van hoogerhand, maar door geregeld persoonlijk contact, waarvoor de betrokkenen op gezette tijden samenkomen. Dan worden de zich voordoende kwesties besproken, ervaringen uitgewisseld. De bedoeling dezer besprekingen is allerminst de plaatselijke com missie uit te schakelen; ze dienen eerder om voor deze commissie op de beste wijze de zaken te kunnen voorbereiden. Ze voorzien in een behoefte en bewijzen tevens, dat de taak van den landmeter zich allerminst bepaalt tot het kadastraal-landmeetkundig gedeelte van het werk. Intusschen zou de vraag gesteld kunnen worden of bij groote uitbreiding van de ruilverkaveling dit officieuze contact alleen nog voldoende is om den goeden gang van zaken te blijven bewerk stelligen. We willen thans nog eenige grepen doen uit het werk van den ruilverkavelingslandmeter. De schatting der gronden wordt, zooals bekend, verricht door daartoe benoemde deskundigen. De landmeter volgt ze bij hun werkzaamheden op den voet, niet alleen om oogenblikkelijk de door hen afgepaalde waardegrenzen op te meten, maar ook min of meer als adviseur, want de ruilverkaveling stelt aan de schatting bij zondere eischen, welke weliswaar in de voorschriften der Centrale Commissie tot uitdrukking komen, maar de schatters hoe kun dig ze ook mogen zijn vooral in den beginne telkens voor groote moeilijkheden plaatsen. Thans, nu het aantal ruilverkavelingen nog niet zoo groot is, kan de Centrale Commissie zich bij de schatting nog vrij regelmatig doen vertegenwoordigen; bij grootere uitbreiding zal dit steeds moeilijker kunnen geschieden. De voorbereiding der schatting, dus het kiezen van een meet lijnenstelsel en de verzekering daarvan, is geheel voor rekening van 146

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1934 | | pagina 278