285
richting In een drukbezochte vergadering te Amsterdam op 20 en 21 Oc-
lge :z tober 1884 werd de oprichting der Vereeniging voor Kadaster en
aster en Landmeetkunde een feit. Dat was het werk van eenige vooraan-
cunde. staande kadastermannen, onder wie in de eerste plaats moet worden
genoemd de verleden jaar overleden J. J. de K o n i n g h.
Als hoofddoel stond op den voorgrond de ontwikkeling van het
kadaster. Hoe de vereeniging zich van hare taak heeft gekweten,
gedurende een halve eeuw, zal een andere pen, elders in dit feest
nummer, beschrijven. Over één zaak, die onmiddellijk met die op
richting verband hield, kunnen wij hier niet zwijgen, over deze na
melijk, dat er door werd mogelijk gemaakt de uitgifte van het Tijd
schrift voor Kadaster en Landmeetkunde.
ei Tijd- Een zaak van belang, de uitgifte van een eiqen orqaan!, moqelijk
tchrift. j - 1
geworden nu er thans ordening was in het streven der landmeters
en nu er de geldmiddelen voor beschikbaar waren. In den eminen-
ten I. Boer Hz., die vóór 1884 zich reeds er van bewust was „dat
de landmeters moesten worden doordrongen van de vorderingen op
landmeetkundig gebied, wil het kadaster aan de veelzijdige eischen
voldoen vond het zijn eersten redacteur.
Afgescheiden van het onderwerp dat ons hier bezig houdt, zou
den wij de beteekenis van ons Tijdschrift hier kort willen samen
vatten; wij formuleeren dan aldus: het beteekent
ten eerste versterking van den band tusschen de leden van de
vereeniging;
ten tweede schakel tusschen de theorie en de praktijk;
ten derde drager van den vooruitgang van het vak. Dit laatste dan
zoo te verstaan, dat eenerzijds de lezers er door op de hoogte wor
den gebracht van nieuwe denkbeelden, die nog niet in het eigenlijke
leerplan van de opleiding zijn opgenomen, en dat het anderzijds
(naast de waardevolle „praktische" opstellen) nu en dan brengt
wetenschappelijke artikelen van medewerkers, die staan in het hoo-
ger onderwijs (Boers bekende artikelen over het ius constituen-
dum inzake den grondeigendom behooren natuurlijk ook tot deze
categorie), en dat het daarenboven een kampplaats biedt voor eer
lijke discussie over allerhande nieuwigheden.
En terugkeerende tot het onderwerp dat ons hier bezig houdt,
valt te constateeren, dat het vooral de redactie van het Tijdschrift
was, die aanraking zocht en verkreeg met het buitenland. Dit ligt
in zekeren zin voor de hand; landmeten is de kunst van het toe-